Aan armoedebestrijding wordt in de Rotterdamse politiek veel aandacht besteed. Maar de middelen waarmee het beleid getoetst wordt, geven niet genoeg inzicht in de onderliggende oorzaken, betoogt onderzoeker Gijs Custers. Er is een belangrijk verschil tussen het oplossen van armoede en het verdringen van armoede naar randgemeenten.
Het idee van Rotterdam als stad van twee snelheden heeft de afgelopen jaren aan populariteit gewonnen. Aan de ene kant kent de stad een sterke economische ontwikkeling en verbetert het imago naar de buitenwereld. Aan de andere kant heeft Rotterdam een van de hoogste armoedecijfers van Nederland en profiteert een deel van de bevolking nauwelijks van het Rotterdamse succes. Om deze reden was armoede dan ook een belangrijk thema bij de gemeenteraadsverkiezingen vorig jaar. De ambities van het huidige college om armoede de stad uit te helpen zijn groot, zo blijkt uit het visiedocument dat de gemeente onlangs publiceerde. Er is zelfs een wethouder die zich specifiek op armoedebestrijding richt.
De gemeente staat voor een holistische aanpak waarin armoede op meerdere terreinen (onderwijs, werk, gezondheid, werk, wonen, etc.) tegelijkertijd wordt aangepakt. Bovendien wil de gemeente ook wetenschappelijk toetsen of de aanpak werkt. Er valt echter het nodige af te dingen op de manier waarop de gemeente dat doet.
Nog geen reactie — begin de discussie!