
“Ik heb pijn in m’n billen”. “Oef dit is zwaar, ik voel m’n benen nu al”. “M’n ademhaling, oooohhh, ik moet even rustig aandoen.” Dit is geen bootcamp-les in het Museumpark of de marathon van Rotterdam. Het zijn vrouwen die fietsles krijgen.
Iedere dinsdag en vrijdag zijn ze rondom het Afrikaanderplein te vinden. De vrouwen hebben als kind wel gefietst, maar zijn het verleerd. Of ze hebben nooit eerder een fiets aangeraakt. Zo zegt Sana: “In Pakistan, waar ik vandaan kom, mochten alleen de mannen fietsen, maar dat verandert nu wel hoor.” Ze kwam zes jaar geleden naar Nederland en vertelt trots dat ze in één maand Nederlands leerde. Zij is een van de fanatiekste deze dinsdagochtend, heeft haar jas al uitgetrokken en ploetert net zolang totdat ze genoeg vaart heeft om haar voeten op de trappers te krijgen. Een helling af, dat werkt beter. Ineens fietst ze over het gras, richting een paar verschrikt opvliegende meeuwen. Probeert ze de moeilijkheidsgraad op te voeren? “Nee, het gras is zachter als ik val.”