Waar vind je in en om Rotterdam groene oases, waar je de grauwe stenen, staal en beton van de stad even kan vergeten? De redacteuren van Vers Beton trakteren je op hun favoriete verborgen schatten – in willekeurige volgorde.
1. De Rhoonse Grienden en Het Klein Profijt
Laatst hoorde ik voor het eerst de term ‘schaamgroen’: boompjes en kleine niksige perkjes langs straten of op parkeerplaatsen die meegeteld worden om de groenquota maar te halen. Een geliefde Rotterdamse bezigheid. Nee, naar echt groen is het in deze stad, en eigenlijk de hele regio, even zoeken.
Eén zo’n echt groene plek vind je net buiten Rhoon. De Rhoonse Grienden beslaan zo’n dertig hectare, begroeid met knotwilgen. Ertussendoor loopt een smal wandelpad. Afhankelijk van het jaargetijde loop je er tussen de vrolijk piekende wilgentakken of door een surrealistisch landschap van geknotte stompjes.
Al één reactie — discussieer mee!
Het ligt er maar net aan wat je zoekt in het groen. De één gaat voor een loopje met de hond, terwijl de ander graag op gras zonder drollen wil liggen. Zelf ben ik meer het type natuurvorser. Zingende vogels, dwarrelende vlinders en wilde bloemen, dat maakt het net wat leuker. Maar mooie natuur vinden in een stad klinkt nogal tegenstrijdig. Toch ken ik wel zo’n plek in Rotterdam: de Wolvenvallei in het Kralingse Bos. Er komen misschien weinig hardlopers, skaters en barbequërs, maar het wemelt er van de bijzondere libellen, waterplanten en kikkers. De Wolvenvallei mondt uit in de vistrap, waar jonge snoekjes en waterhoentjes opgroeien. Een soort kraamkamer, eigenlijk. De Wolvenvallei is een pareltje van onze stadsnatuur. Iedere keer als ik er loop, vergeet ik heel even dat ik gewoon nog in Rotterdam ben.