Ferrie Weeda brengt een dramatisch laatste bezoek aan zijn geboortehuis, tijdens de Operadagen. “Een roadmovie met het gebouw als landschap en een soundtrack van jazz, folklore en cantates”
De geur is weg. Mijn geboortehuis wordt gesloopt maar de ziel is er al uit. Het ruikt hier naar niks. Geboortehuis klinkt romantisch, maar het is dus een ziekenhuis: het Dijkzigt Ziekenhuis ofwel ‘Erasmus MC’. Het sterfproces duurt lang: de naam Dijkzigt verdween al in 2002. Het definitieve afscheid vindt plaats tijdens de Operadagen.
We melden ons bij gebouw-Z. Vroeger ging je aan de ‘achterkant’ naar binnen, via de futuristische 1968-uitbreiding met betonnen elementen, koelkastgevel en vliegtuigraampjes. Ik zeg trouwens ‘achterkant’ omdat ik – vanuit mijn thuisbasis Delfshaven – altijd om het hoofdgebouw heen moest.
Binnen waande je je in Stanley Kubrick-decor. Overal ronde vormen en hallucinerende kleuren: bruin, oranje, groen, paars. Gevelplaten van geanodiseerd aluminium. De geur van medicatie en ontsmettingsmiddel. Ik ben geboren in een psychedelisch ruimteschip.
‘Gebouw Z’ – dat is de Z van zuster. Het zusterhuis, een soort galerijflat, was via een lager gebouw verbonden aan het kolossale ‘beddenhuis’. Daar pasten 1000 patiënten in. De jaren ’50-gebouwen waren via gangen, sluizen en luchtbruggen gekoppeld aan nieuwere delen van het complex. Een stad in de stad.
Nog geen reactie — begin de discussie!