Rotterdam staat bol van jong cultureel talent, maar wordt het wel voldoende benut? Derek Otte geeft tien adviezen voor starters, zelfstandigen, grote instellingen én de gemeente om het talent meer ruimte te geven.
Als stadsdichter ontdekte ik pas écht hoe groot het gat is tussen gevestigde orde en wat er daarbuiten in kunst- en cultuurstad Rotterdam gebeurt. ‘Jouw soort mensen’, zei iemand van een grote kunstinstelling ooit tegen mij, om daarna over het ‘belang van diversiteit’ te oreren. Mijn soort mensen, inderdaad. Want ik bén wit, man én heteroseksueel maar ik ben trots onderdeel van een superdiverse omgeving. Daarbij kom ik uit een arbeidersgezin – ik zat vroeger zeg maar niet op blokfluitles – heb ik een zeer beperkte academische achtergrond en heb ik nooit een netwerk in de ‘hoge cultuur’ opgebouwd.
Al één reactie — discussieer mee!
Wat een verademing, iemand die tips geeft aan álle betrokkenen, en niet alleen alle verantwoordelijkheid bij één partij (schuldige!) legt.
Dus hup, iedereen aan de bak hiermee, dan wordt het beter (en dat zeg ik zonder cynisme, ik ben soms categorie B en herken veel van wat hij over die categorie zegt).