In het Rottemerengebied kapt Staatsbosbeheer duizenden essen- en andere bomen, naar aanleiding van de schimmelziekte essentaksterfte. Op dat beleid klinkt niet alleen kritiek, maar het roept ook vragen op over de bestuurlijke controle op dit bosbeheer met Rotterdams geld.

“Het massale kappen van de bomen in het stadsbos bij Hillegersberg door Staatsbosbeheer staat lijnrecht tegenover de strategie die de stad Rotterdam zelf voert rondom zieke essenbomen”, opent Pieter Bolle. Hij is bestuurslid van de Rotterdamse Bomenridders en heeft hiervoor 40 jaar ‘in de bomen’ gewerkt binnen de gemeente Rotterdam.
“Ze kappen hele hectares bos tegelijk , omdat er zieke essen te zien zijn. Het is net een woestijn, waar zij gerooid hebben, en met zeer grof materieel [aan de Bleiswijkse zoom, red].” Het protocol van essentaksterfte dat Rotterdam in de stad hanteert is genuanceerder. “Dat schrijft voor elke essenboom per stuk te beoordelen of ‘ie aangetast is en eventueel weg te halen”, weet Bolle.
De Stichting Bomenridders ontstond in 1997 nadat een bewoner van Hoogvliet in ridderkledij protesteerde tegen de kap van bomen voor een winkelcentrum. Al snel werden ze gevreesd door de ambtenaren, zoals Bolle toen zelf was. Toen hij zes jaar geleden met pensioen ging, sloot hij zich aan bij de Bomenridders. “Ik vond daarvoor al vaak dat ze eigenlijk wel gelijk hadden”, vertelt hij. “Waarom moet een monumentale boom wijken voor een winkelcentrum?”
Nog geen reactie — begin de discussie!