Een paar weken geleden trok de filantropische stichting Droom en Daad een gift in van 50 miljoen voor de verbouwing van museum Boijmans Van Beuningen. De eis van stichtingsdirecteur Wim Pijbes was een ‘plek aan tafel’ in de Raad van Toezicht. Het museum weigerde op grond van de gemeentelijke Code of Governance.
Het conflict roept de vraag op: moet Rotterdam grote filantropen in de tang houden? In dit minicollege geeft Lucas Meijs, hoogleraar Strategic Philanthropy and Volunteering, antwoord. Het doet denken aan een dichtregel van de Rotterdammer Willem Elsschot: “want tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren”. Hoe democratiseren we filantropie?
Meijs: “Oftewel: hoe zorg je ervoor dat het niet een beslissing is van 5 mensen in een kantoortje?” De hoogleraar legt uit waarom filantropie goed is voor Rotterdam. “Zonder filantropie zou Rotterdam niet Rotterdam zijn.”
Maar er zitten ook minder goede kanten aan filantropie. Hij benoemt de drie belangrijkste falen van filantropie: paternalisme, particularisme en amateurisme. Ten slotte geeft hij antwoord op de vraag hoe wij filantropie beter kunnen maken. “De oplossing zit in een democratisering van de filantropie van met name het grote geld. Ik geef er vandaag twee ‘participatory philanthropy’ en ‘giving circles’.” Kijk hier het minicollege terug:
Nog geen reactie — begin de discussie!