Waar vinden we de herinneringen van de stad, als we verder kijken dan archieven, straatnamen en monumenten? Deze zomer duiken we in de persoonlijke geschiedenis van vijf markante Rotterdammers en hun wijken. Vandaag: schrijver Nelleke Noordervliet, die weliswaar al meer dan vijftig jaar niet meer in Rotterdam woont, maar zich nog altijd het meest thuis voelt in Bergpolder.
Wie vanaf de A20 de Schieweg op rijdt, kan de tekst op de pilaren van het tramviaduct bijna niet missen. “Zonder noorden komt niemand thuis”, staat er vlak naast de eerste stoplichten. De regel is de titel van een roman van Nelleke Noordervliet (2009), die het weer ontleende aan een gedicht van K. Michel. Dat haar boek zich helemaal niet in Rotterdam afspeelt, laat staan in Noord, is volgens Nelleke helemaal niet erg. “Op elke plek van de wereld zit er een waarheid in die zin”, zegt ze als we elkaar op de hoek van de Schieweg en de Gordelweg ontmoeten.
Sinds Nelleke Noordervliet in 1987 debuteerde met Tine of De dalen waar het leven woont schreef ze verschillende romans, essays, novelles en geschiedenisboeken. Vorig jaar won ze de Constantijn Huygens-prijs voor haar gehele oeuvre.
Over Rotterdam schreef Nelleke niet heel veel, hoewel ze er haar hele jeugd doorbracht. Er is het lange gedicht Een vlaag van troost (2001), over het leven van een kleinburgerlijk Rotterdams gezin vlak na de Tweede Wereldoorlog. En in 2010 schreef ze het essay Een verre echo, over het bombardement van 14 mei 1940 en hoe we dat herdenken.
Nog geen reactie — begin de discussie!