
Als de huidige expositie Rotterdam Party People in Museum Rotterdam één ding pijnlijk duidelijk maakt, is het de hoeveelheid verdwenen nachthoreca1. Voor een deel is dit natuurlijk verloop: clubs en kroegen gaan nou eenmaal dicht, nieuwe openen. Toch spreken bezoekers en ondernemers geregeld van een ‘verschraald aanbod’ in het uitgaansleven. Dat betekent: minder plekken, maar ook minder plekken van kwaliteit, of met een interessant en rauw karakter.
Zo werd discotheek Off Corso een casino, nachtcafé Het Oude Tramhuis een shoarmazaak. Op de plek waar Will’ns en Wetens zat, opent binnenkort een biercafé zónder 24-uursvergunning. Na een bedreiging met vuurwapen ging de befaamde Oase Bar tijdelijk op slot, om een poos later in vlammen op te gaan. Er kwam een snackbar voor terug. Bonaparte en de KeerWeer zijn de enige nog in het centrum overgebleven nachtcafés. Het aantal discotheken is sinds de crisis gehalveerd.
- Nachthoreca zien we als horeca die in het weekend tot later dan 2 uur in de nacht open is. De ondernemers erachter beschikken over een zogeheten 24-uursvergunning. Nadruk binnen dit onderzoek ligt op zaken waar je tot laat alcohol kunt nuttigen én (op zijn tijd) kunt dansen. Shoarmazaken, eethuizen, feestzalen op industrieterreinen en exclusieve seksclubs laten we buiten beschouwing. ↩︎
- Alleen als er meer politie-inzet komt, wil burgemeester Aboutaleb "ruimhartiger" omgaan met het verstrekken van 24-uursvergunningen, zo schreef hij in 6 juni 2016 aan de raad. Tegelijkertijd ziet hij extra inzet om het nachtleven "beheersbaar te houden" als "onwenselijk en niet normaal". Volgens Aboutaleb heeft meer nachtelijk blauw op straat slechts een beperkt effect op het indammen van overlast. ↩︎