All dressed up and nowhere to go, zo voelen Rotterdammers zich geregeld. Favoriete clubs en rafelige nachtkroegen sloten hun deuren om vervolgens tot het immer uitdijende, roemruchte uitgaansverleden van deze stad te behoren. Deze zomer pluizen journalisten Maurice Geluk en Tara Lewis uit wat er achter de verschraling van de Rotterdamse nachthoreca zit. Help jij mee?
Als de huidige expositie Rotterdam Party People in Museum Rotterdam één ding pijnlijk duidelijk maakt, is het de hoeveelheid verdwenen nachthoreca . Voor een deel is dit natuurlijk verloop: clubs en kroegen gaan nou eenmaal dicht, nieuwe openen. Toch spreken bezoekers en ondernemers geregeld van een ‘verschraald aanbod’ in het uitgaansleven. Dat betekent: minder plekken, maar ook minder plekken van kwaliteit, of met een interessant en rauw karakter.
Zo werd discotheek Off Corso een casino, nachtcafé Het Oude Tramhuis een shoarmazaak. Op de plek waar Will’ns en Wetens zat, opent binnenkort een biercafé zónder 24-uursvergunning. Na een bedreiging met vuurwapen ging de befaamde Oase Bar tijdelijk op slot, om een poos later in vlammen op te gaan. Er kwam een snackbar voor terug. Bonaparte en de KeerWeer zijn de enige nog in het centrum overgebleven nachtcafés. Het aantal discotheken is sinds de crisis gehalveerd.
Nog geen reactie — begin de discussie!