Zwerfafval is een bron van ergernis. Toch heeft de gemeente Rotterdam onlangs aangekondigd om te bezuinigen op schone buitenruimtes. Ivo Rodermans pleit voor burgerparticipatie om het probleem aan te pakken, maar wél met steun van de gemeente en het bedrijfsleven.
Rotterdammers ergeren zich bont en blauw aan zwerfafval. Weggeworpen blikjes tussen de struiken, peuken op de grond, vuilniszakken naast de containers. Ratten en meeuwen maken zakken open en de wind verspreidt het spul door wijken, stadsparken en in het water. Uit onderzoek van de gemeente blijkt dat maar liefst 36 procent van alle inwoners zwerfafval ziet als een groot probleem. De afgelopen tien jaar was dat percentage nooit zó hoog. Alleen verkeershinder en criminaliteit scoren net iets hoger.
Je zou verwachten dat het stadsbestuur flink de portemonnee trekt om deze grote ergernis aan te pakken. Maar dat is juist niet het geval. Het budget voor het schoonhouden van de straten is zo’n 70 miljoen euro. Vanaf komend jaar gaat daar ongeveer 1,5 miljoen vanaf.
Daar komt bij dat een tijdelijk potje om gedurende twee jaar lang afval naast containers én zwerfafval in parken en op markten sneller op te ruimen, is vervallen. Er zat 12 miljoen in. Van het extra geld zijn ook meer containers en grotere afvalbakken geplaatst en is meer gehandhaafd door toezichthouders. Het college heeft er niet voor gekozen om dit budget voort te zetten. Zo bezien zou je het een bezuiniging kunnen noemen.
Al één reactie — discussieer mee!
“Hij lijkt zich te beseffen dat blinkende straten niet structureel zorgen voor minder zwerfafval. Schoon houdt niet schoon, blijkt ook uit data van afvalonderzoeker Dirk Groot.”
Heb je een link naar dat onderzoek? Ik dub al jaren over die broken window theory, dus of afval nieuw afval aantrekt (‘er ligt toch al teringzooi, dan kan dit er ook nog wel bij’), of dat mensen die afval weggooien, dat toch wel doen, ongeacht of de situatie waarin schoon of vuil is.