In een themaweek over eten kan de visie van chefs natuurlijk niet ontbreken! Elke dag gaan we met een Rotterdamse chef in gesprek. Anastasia de Ruyter begon in een tijd dat koffie met een taartje nog nauwelijks ergens te genieten was. Van de hypes en de influencers die nu veel bepalen, moet ze niet veel hebben: “Alles wat langzaam groeit, heeft ook een lange adem”.
Terwijl ik moeder en dochter spreek, zitten ze aan tafel in hun zaak een enorme berg zilveren theelepeltjes te poetsen. Het is een verzameling die ze geërfd hebben van een vaste klant. De sfeer ademt dat de zaak geworteld is op deze plek in de stad en in de harten van de mensen die er wonen. In november is het tien jaar geleden dat Anastasia en Elena de deuren van hun hoekpand aan het Noordplein openden. Ik heb het zelf allemaal van dichtbij meegemaakt. Anastasia is al zo’n 20 jaar een goede vriendin van me en ik was als afwasser de allereerste medewerker van Lof der Zoetheid.
Hoe zag de horeca in Rotterdam eruit tien jaar geleden?
Anastasia: “Rustig, héél rustig. Je had de classics, waarvan je wist dat het altijd goed was: Mevrouw Meijer, de Eendracht, Zinc. Alles wat Geertje Yntema gedaan heeft [Lux en La Pizza onder andere, red.]. Die kwaliteit was er op dat moment wel. Maar qua lunch, koffie en taart was er niet veel. De Urban Espresso Bar is op het gebied van koffie echt een pionier geweest. Voor taart kon je naar banketbakkers natuurlijk, of Koekela en Dudok. Maar het idee van een goede kop koffie drinken met een taartje erbij, dat was bijna niet. Er was dus plek voor onze zaak.”
Nog geen reactie — begin de discussie!