Het centrum van Rotterdam telt 107 zaken met een 24-uursvergunning. Nieuwe of bestaande uitgaanslocaties in hartje stad kunnen deze vergunning niet krijgen, als het aan het college ligt. Burgemeester Aboutaleb vindt de balans tussen wonen en uitgaan té gespannen. Hij vermeldt daarbij niet dat maar bij een derde van deze horecazaken het bier na 2 uur ‘s nachts daadwerkelijk nog vloeit.
In het met regelmaat terugkerende debat in de gemeenteraad over het aantal 24-uursvergunningen heeft burgemeester Aboutaleb (PvdA) twee stokpaardjes om uitbreiding tegen te houden: een tekort aan agenten én de toenemende spanning tussen wonen en uitgaan. Maar de statistieken die hij daarbij aanhaalt – er zijn volgens hem al 155 zaken met zo’n vergunning, waarvan 107 in het centrum – blijken ernstig vervuild.
Onderzoek van Vers Beton en OPEN Rotterdam toont aan dat in Rotterdam 41 procent van de ondernemers met een 24-uursvergunning (goed voor 63 horecazaken, waarvan 43 in het centrum) hun vergunning niet – of slechts sporadisch – gebruikt. Het leeuwendeel sluit in het weekend om uiterlijk 2 uur ‘s nachts de deuren (net zoals horecazaken zonder 24-uursvergunning mogen). Anderen zijn permanent gesloten of slechts heel af en toe tot in de vroege uurtjes open, zoals grote verhuurlocaties Ahoy en WTC. Negen zaken exploiteren daadwerkelijk klokje rond, zoals Holland Casino en nachtcafé Akdeniz.
Nog geen reactie — begin de discussie!