Uitgaan is niet altijd feest. Elk weekeinde belanden mensen in de cel vanwege vechtpartijen, dronkenschap of vernielingen. Journalisten Maurice Geluk en Tara Lewis liepen een nachtdienst mee met de politie om deze schaduwzijde van het Rotterdamse uitgaansleven te onderzoeken. “Laatst moest er iemand met een overdosis GHB worden gereanimeerd.”
“Om 23 uur meert een boot met een hardcorefeest aan bij de Boompjes. Geen idee wat we daarvan kunnen verwachten, maar kan iemand even gaan kijken?” Het is zaterdag, kwart over tien ’s avonds op hoofdbureau Doelwater. Aan het woord is de operationeel coördinator van de politie. Zijn briefing voor de nachtdienst is zojuist begonnen.
In de kleine, benauwde zaal ruikt het naar zweet en automatenkoffie. Alle ruim veertig stoelen zijn bezet. Het merendeel door politieagenten, maar ook door een koppel stadswachten en circa tien jongens van Meion, de aan hun blauwe jassen herkenbare horecastewards. Voor de briefing begint wordt onderling gekletst. De sfeer is gemoedelijk, informeel.
Tijdens de briefing loopt de coördinator alle feesten langs die staan aangekondigd op DJ Guide. “Goed om te weten dat er een afterparty van Rotterdam Rave is in de Maassilo. En in Thalia is er Bruno & Diaz, weet iemand wat voor publiek daar op af komt?” Een horecasteward: “Jonge jongens.” Dat is blijkbaar genoeg informatie, de briefing dendert door. Twee agenten die de Witte de Withstraat onder hun hoede nemen, krijgen de opdracht naar NRC te gaan als de zaak om 2 uur sluit. Dan belandt in een klap een mensenmassa op straat.
“Wie kan de Bonaparte en de Keerweer meepakken?” Meepakken betekent in dit geval: langsrijden. Deze twee zaken liggen namelijk buiten de geplande route, legt officier van dienst Marcel Smits na afloop van de briefing uit. Zijn agenten rijden rondjes langs Centraal Station, Delftsestraat, Kruiskade, Witte de With, Meent en Rode Zand. Het liefst zou hij vanavond vijftien agenten op straat hebben, maar vanwege gebrek aan capaciteit zijn het er tien. “Gelukkig nemen de jongens van Meion ons een hoop werk uit handen. Ik weet niet hoe het komt, maar het geelblauw van ons uniform werkt soms als een rode lap op een stier. Zij kunnen een ruzie op straat in zo’n geval beter sussen dan wij.”
Nog geen reactie — begin de discussie!