Grote, kleurige kunst die erom vraagt om op Instagram te komen is een duidelijke tendens. Het ziet er soms heel goed uit, maar maakt ook van de stad een inwisselbare plek. Zo verdwijnt bovendien de ruimte voor kritiek, expressie en gelaagdheid, ziet kunstrecensent Sandra Smets.
Tijdens de Art Rotterdam-week in februari dit jaar, was eigenlijk vooral één kunstwerk populair: de Love Tunnel van VollaersZwart. De voetgangerstunnel van de Maastunnel was met duizenden stickers van hartjes bedekt, en leek gemaakt te zijn als een decor voor selfies. De tunnel werd een perspectivisch ideale achtergrond waarin het hartjespatroon voortkwam uit een onzichtbaar verdwijnpunt achter degene die poseerde voor de foto. Het had geen Instagramfilters meer nodig want het blacklight zorgde voor extra effect. Vrijwel iedereen in de tunnel stond er foto’s en filmpjes te maken, om direct via Whatsapp en Instagram door te sturen aan de buitenwereld.
Dit soort grote, kleurige kunst die erom vraagt om op Instagram te komen, is een zichtbare tendens. Interactieve kunst is het soms ook, zoals de met traptredes beklede muurschildering naast het Oogziekenhuis. De een gaat erop staan, de ander maakt de foto. Hetzelfde functioneert de muurschildering van fietsen in de Delftsestraat. Ter hoogte van de trappers steken er steuntjes uit de muur om op te poseren – ook een Kodakmoment voor de Instagramdoelgroep.
Dat kunst wordt voltooid in de perceptie van de beschouwer is op zich een aan te moedigen en emancipatoire benadering. Maar echt kijken is nog niet hetzelfde als kieken door je lens. Dat was vorige winter ook te merken bij de blauwe lichtwolk van Daan Roosegaarde in het Museumpark. Overal schenen telefoonschermpjes door de wolk heen. Bezoekers keken niet naar elkaar of naar de wolk, maar naar hun schermpjes.
Al één reactie — discussieer mee!
Laatst las ik de biografie van Willem de Kooning. Ook hij deed aan reclame schilderen en winkel decors bouwen naast wereldtentoonstelling ontwerp en autonoom schilderwerk. Een hybride kunstpraktijk zoals die nu ook weer normaal aan het worden is.
Als we kunstenaars een eigen duurzame praktijk gunnen, dan is er toch ruimte om beide vormen van street art mogelijk te maken. Soms via een commerciële commissie dia Mothership uitzet met de MIH slogan. Soms autonoom, soms zelfs illegaal gezet. Een verrijking voor het complete pallet en een vergroting van de wrijving die die uitersten met zich meebrengen – zowel vanuit de makers keuzes gezien als ook vanuit het placemaking gebied gezien.
Het lijkt alsof in dit artikel verschillende initiatieven over één kam worden geschoren. Neem nou het werk dat uit PowWow is voortgekomen. Zit daar nu echt geen gelaagdheid in? Volgens mij zit daar juist meer achter. Je zou het een vorm van placemaking kunnen noemen waarbij het geen citybranding verhaal voor de toeristen wordt, maar een verhalen machine die bewoners en makers samen laat komen. Waarbij het festival tijdelijk dient als showcase voor bezoekers van dichtbij en verweg. Vooraf en achteraf echter gaat het over de verhalen van de wijk, van de bewoners, van de makers. Daarin zit de gelaagdheid volgens mij, die veel verder gaat dan urban styling (zie ook https://youtu.be/pJMJLw_S6SA).
En sowhat als het resultaat voor de korte bezoeker (toeristen) een mooi decor oplevert dat ze lokt naar andere delen van de stad. Sommige mensen zoeken precies dat.
Daarnaast staat het proces van maken dat een duurzame praktijk voor de makers oplevert en de samenwerking tussen makers en bewoners die aandacht voor de verhalen uit de buurten oplevert en wellicht een versterker kan zijn voor deze verhalen.
Om nog een persoonlijke herinnering op te halen. Ik denk nog vaak terug aan de Tunnel of Love. De foto van mij en van duizenden anderen zijn misschien inwisselbaar voor degenen die er niet bij waren. Maar voor mij dienen ze als waardevolle herinnering aan een gebeurtenis waarbij letterlijk Noord en Zuid, local en toerist, oud en jong, etc goede energie voelden. Waar we in deze kunstvorm samen kwamen en een positieve vibe deelden. En die daarna ook graag share-den met de wereld (hashtag share the love).
Zou de kunst van de huidige street art niet eens verder kunnen rijken dan de neus van Super A? 😉