Vijf jaar geleden startte Vrije School Rotterdam West, opgericht vanuit een ouderinitiatief. De oprichters formuleerden de expliciete wens om de leerlingenpopulatie een afspiegeling van de buurt te laten zijn. Manon Dillen onderzoekt waarom zij dit doel vijf jaar later toch nog niet bereikt hebben.

Segregatie in het basisonderwijs – ofwel dat kinderen van verschillende achtergronden niet bij elkaar in de klas zitten – is op een aantal plekken in Nederland groot. Hoger bijvoorbeeld dan in de Verenigde Staten en Engeland. Een van de oorzaken is dat in ons land vrije schoolkeuze geldt, vastgelegd in artikel 23 van de Grondwet. In de VS en Engeland bijvoorbeeld, is dat anders: daar worden leerlingen op basis van postcode over de openbare scholen in hun buurt verdeeld. Het enige alternatief is daar het vaak dure particuliere onderwijs.
In Nederland is er een ruim aanbod van veel verschillende scholen en onderwijsvormen, waarvan de kwaliteit in principe gewaarborgd wordt door de onderwijsinspectie. Ouders kunnen bewust voor bepaalde onderwijsvormen kiezen als ze willen, en in theorie is de toegang tot alle onderwijsvormen voor ieder kind of gezin gelijk, ongeacht afkomst.
Maar in de praktijk blijkt dat algemeen Bijzonder Onderwijs (zoals Montessori, Jenaplan, Vrije School) vooral witte hoogopgeleide ouders aantrekt, en daarmee bijdraagt aan onderwijssegregatie naar inkomen en afkomst. Rotterdam is hierin landelijk een uitschieter: hier is met name in het algemeen Bijzonder Onderwijs de diversiteit in afkomst en inkomen bijzonder laag.
De Vrije School Rotterdam West kwam eerder dit jaar dan ook aan bod in een uitzending van Nieuwsuur, als voorbeeld van een witte school in een diverse wijk. Marije van der Meij trad kort na de uitzending aan als schoolleider. In haar kamer, naast de ingang op de hoek van de school, vertelt ze allereerst dat diversiteit niet ‘te plat’ gezien moet worden: “Vaak wordt de term uitgelegd als enkel de kleur van iemands huid. Maar het zit in alles: opleidingsachtergrond, culturele achtergrond, religieuze overtuiging, sociaaleconomische situatie en uit welk deel van de stad kinderen komen.”
Nog geen reactie — begin de discussie!