The Writer’s Guide (to the Galaxy) publiceert elke drie maanden een fictief stadsverhaal op Vers Beton. Dit keer over een kleine rode cape in de dichte mist op de Van Brienenoordbrug, door Nikki van Manen.
Zwijgend zitten beide broers naast elkaar, het lage brommende geluid van de motor een achtergrondgeluid bij hun film. Boris’ handen zijn klam, zijn vingers wit uitgeslagen door het knijpen in het stuur. Af en toe maakt hij een van zijn handen los en smeert het zweet, dat plakt aan zijn handpalmen, af aan zijn broek. Toby ziet het niet, die zit met zijn neus tegen het raam aan de bijrijderskant gedrukt, de riem snijdt in zijn hals. Boris’ ogen schieten van links naar rechts en bij iedere auto die hem inhaalt verstijft hij even. Het is drie uur ’s nachts, hij is zestien jaar oud. Hun ouders liggen thuis in bed te slapen. Zij rijden richting de brug. Naast hem laat Toby’s adem het raam beslaan. Eens in de zoveel tijd veegt zijn broertje de condens met de achterkant van zijn mouw weg en tuurt dan weer naar buiten.
Er valt daar niets te zien. De hele wereld lijkt zich op dit moment in een grote wolk te bevinden. Buiten de koplampen en een sporadische lantaarnpaal is de omgeving in duisternis gehuld. Voorwerpen in hun directe nabijheid lijken als geesten in een horrorfilm te verschijnen en binnen enkele seconden zich weer terug te trekken. De wereld is heel klein geworden. Perfecte omstandigheden.
De allereerste keer dat ze door zulke dichte mist reden zaten Boris, Toby en Keanu alleen met hun moeder in de auto. Ze moesten alle drie op de achterbank, terwijl Boris allang oud genoeg was om voorin te zitten. Mokkend zat hij naast zijn twee broertjes, die flauwe moppen aan het tappen waren. Keanu, zijn jongste broertje, was een paar dagen daarvoor zes geworden. Ze gingen op bezoek bij hun oma die in Kralingen woonde. Voor zijn verjaardag had hij een Supermancape gekregen, die hij voor de gelegenheid alvast had aangetrokken.
Nog geen reactie — begin de discussie!