Ferrie Weeda beschrijft beeldend hoe koningin Wilhelmina in 1912 langs de gloednieuwe supermoderne pepermuntfabriek van Ten Hope aan de Westzeedijk kwam. “Het boeit me mateloos: het rauwe, stinkende, industriële Rotterdam met daarin die brave, ouderwetse Wilhelmina in die mutsige koets.”
De dag erna zou de Titanic zinken, maar dat kon Wilhelmina nog niet weten. Op zaterdag 13 april 1912 bracht de vorstin een ‘aangekondigd, niet-officieel bezoek’ aan Rotterdam. ‘De koningin verlangde de stad te zien zóóals zij in ’t gewone leven is,’ zo schreef Het Rotterdamsch Nieuwsblad. De timing was volgens het Algemeen Handelsblad perfect: ‘De havens en rivier zijn in den laatsten tijd gestadig overvol geweest.’
Wilhelmina arriveerde per koninklijke trein, in het gezelschap van Prins Hendrik, haar notoir overspelige en geldverslindende echtgenoot. Hoewel… in Rotterdam smeet hij zijn geld niet over de balk. Hier stond de Prins er juist om bekend dat hij zijn rekeningen niet voldeed. Deze reputatie had hij met name gevestigd onder Rotterdamse prostituees. Zo zou hij eens op de Schiedamsedijk in z’n ondergoed op straat zijn gesmeten, nadat hij bij een bordeel weigerde te betalen voor bewezen diensten. Ik heb dit verhaal van mijn oma.
Al 3 reacties — discussieer mee!
En dan weet Ferrie niet dat anno 2020 Wilhelmina pepermuntjes de favoriet zijn van de neefjes. Ze zijn goed voor 1 rol per rit met de auto van oma en opa. Is de rit te kort om een rol op te krijgen, gaat de rest mee in de zakken van de jongens. En oma koopt ze vanwege de camee van Wilhelmina op elk pepermuntje. Er lijkt zoveel aandacht aan besteed.
Ohw die reactie hierboven moest natuurlijk hieronder. Zal de Coronastress wel zijn. Stop de tijd.
Dat wist ik inderdaad niet.
Ik had in het verhaal trouwens nog willen opwerpen, dat Wilhelmina wellicht de Victoria-pepermunt van Ten Hope geen blik waardig gunde omdat ze haar ‘eigen merk’ had. (En dan… Victoria, genoemd naar een koningin van een concurrerend vorstenhuis nota bene)