Sinds 2011 pompen Rijksoverheid en gemeente Rotterdam vele extra miljoenen in basisscholen op Zuid. Kinderen krijgen verplicht meer les, tot tien uur per week. Maar bewijs dat ze er beter van worden, ontbreekt. “We geloven het graag.”
Dit artikel in minder dan een minuut
- In Rotterdam-Zuid gaan circa 7000 leerlingen op 31 basisscholen verplicht tien uur extra per week naar school, zogezegd om hun achterstanden weg te poetsen.
- De invoering van deze aanpak is nooit goed onderbouwd. Onderzoekers noemen het zelfs een ‘procedureel onrecht’ dat scholen het geld niet naar eigen inzicht, voor de kinderen die het nodig hebben, mogen inzetten.
- Zes scholen keren zich nu tegen deze door Rijk en gemeente Rotterdam opgelegde maatregel. Ze willen dat de verplichting van tafel gaat.
- Voor de tien extra lesuren is jaarlijks 9,5 miljoen euro beschikbaar.
Al 3 reacties — discussieer mee!
Het artikel met veel belangstelling gelezen. Eind jaren 60 en begin jaren 70 van de vorige eeuw was er in de Afrikaanderwijk en Hillesluis ook projecten binnen het onderwijs. Er was toen geconstateerd dat er weinig kinderen uit deze wijken doorstroomden naar het voortgezet onderwijs. Er was een project van de heer Grandia en dat was genoemd O.S.M. of te wel onderwijs,sociaal en milieu. De kracht van dit project was dat ook de thuissituatie betrokken werd bij dit project.
Voor zover ik weet zijn d.m.v. dit project meer kinderen naar het middelbaar onderwijs gegaan.
Dus projecten kunnen mijn inziens zeker zeker succes hebben. De voorwaarde wel is dat je het sociale milieu zeker moet meenemen.
Jammer dat er in Rotterdam nog steeds niet wordt gekozen voor Kopklassen.
Daarvan is wel (wetenschappelijk) bewezen dat het een succesvolle interventie is.
Allemaal waar misschien, deze kritische reflectie op de leertijduitbreiding in Rotterdam. Maar ik mis diezelfde kritische benadering als het gaat om de houding van het onderwijs, de scholen, zelf. Het onderwijs is een baken van standvastigheid als het gaat om het instandhouden van ingeslepen vanzelfsprekendheden en gewoontes die dateren uit vervlogen tijden. Een voorbeeldje: wie het best voorheeft met de ontwikkeling van kinderen met een groot risico op achterstand zou als eerste de bezopen lange vakanties afschaffen. Zeker onderzocht maar altijd goed verzwegen is wat er met kindjes gebeurt die in de zomer zes weken onderwijs ontberen. Menig leerkracht in de focus- en dito achterstandswijken elders in het land verzucht in augustus/september telkens dat ze voor een belangrijk deel weer van voren af aan kunnen beginnen omdat ‘hun’ kinderen in die periode bijvoorbeeld alleen de moedertaal hebben gesproken, geen boek hebben aangeraakt of zijn uitgedaagd om iets nieuws te ontdekken. Maar geen haar op het hoofd van diezelfde leerkracht die er aan denkt om het ‘fundamentele recht op vakantie’ ter discussie te stellen. Tja…
Gelukkig zijn er scholen die het anders willen. Met vallen en opstaan want wet- en regelgeving, plus de ‘gezonde’ concurrentie tussen de verschillende denominaties, werken niet echt mee. In 2018 bijvoorbeeld werd het experiment om onderwijstijden in het basisonderwijs te flexibiliseren definitief beëindigd. Na twee jaar stilte mogen nu weer 20 scholen vijf jaar lang de deuren wat verder open zetten dan de genormeerde 40 weken per jaar. Evaluatie over vijf jaar…. Over deze en andere onderwijshervormingen kan je nog hele boeken vol schrijven, maar de conclusie staat al vast (vermoed ik): we veranderen liever niks aan datgene wat we zo’n 200 jaar geleden al als goed beschouwde.