Eelkje Christine Bosch is ondernemer op Katendrecht. In deze column vraagt ze zich af wanneer een Rotterdammer nu eigenlijk van waarde is. “We blijven bonussen toestaan aan mensen die amper iets toevoegen aan de samenleving, en we bieden geen vergoeding voor het zijn van een goede buur, vriend, een goed mens.”
Nu we meer thuiszitten dan ooit, massaler binnenblijven dan we ons hadden kunnen voorstellen, onszelf moeten opzwepen tot bezig blijven en minder omzet maken dan we willen … voelen we ons soms misschien minder waard. Maar: ben je dan zoveel waard als je opbrengt?
‘Nee, natuurlijk niet!’ roep je nu (je bent wat prikkelbaar door wekenlang thuiszitten en gebrek aan feestjes). Natuurlijk ben je meer dan je monetaire waarde. Wat je waard bent wordt bepaald door je plek in de wereld, voor je vrienden en familie, misschien door dingen die je creëert die de wereld mooier, beter, veiliger maken. Wat je waard bent – zeg je misschien zelfs – staat los van alles wat je doet, maar wordt bepaald door wat je bent: een levend wezen. Helemaal mee eens. En dan hebben we nu samen de verlichting bereikt, jij en ik, lezer. Yes.
Maar denken we in de praktijk zo ook? Want wees eens eerlijk: als iemand dagenlang Netflix kijkt, is diegene dan minder waard dan iemand die keihard aan het werk is? Is iemand die dingen uitvoert in ruil voor een salaris, ook al blijkt inmiddels dat veel van dat werk niet bepaald essentieel is, toch belangrijker dan iemand die zich op een nieuwe hobby stort? Beoordeel je jezelf en anderen echt niet op hun productiviteit? Als ik eerlijk ben, doe ik dat wel.
Laten we eens echt kijken naar hoe we waarde koppelen aan wat we doen:
Wanneer je werkt als verpleger, arts, apotheker in het Maasstad Ziekenhuis. Mensen beter maakt of begeleidt bij hun ziekte. Heel veel mensen een beetje helpt of een paar mensen intensief ondersteunt. Dan krijg je niet heel veel betaald voor je zware werk, maar hebben mensen nu wel respect voor je. Is dat genoeg?
Nog geen reactie — begin de discussie!