Terwijl Eeva Liukku verlangt naar het moment dat ze haar vader weer kan knuffelen en met vrienden in de kroeg kan staan, beseft ze dat deze heimwee voor haar en veel andere Rotterdammers niets nieuws is. “De intelligente lockdown herinnert me eraan waarom ik nooit wil emigreren.”
Midden in de coronalockdown kwam mijn vader door een stom fietsongeluk met gebroken ribben in het ziekenhuis terecht. Als ik één iemand tijdens een pandemie vér weg wilde houden van een ziekenhuis, dan was hij het wel.
Het liefst was ik direct naar hem toegegaan om hem een knuffel te geven en te zeggen dat het allemaal goed zou komen. Maar dat kon niet. Wij mochten het ziekenhuis niet in. En zolang niet duidelijk is of het coronavirus overdraagbaar is als je (nog) geen symptomen vertoont, wil ik het niet riskeren om mijn vader (die in de risicodoelgroep valt) te besmetten.
Ondertussen zitten we thuis in isolatie met een pasgeboren baby. Ik mag niet klagen. Maar ik wil zo graag met mijn drie maanden oude dochter de hele stad rond paraderen en haar aan iedereen tonen. Kijk, ze lacht al! Ze rolt! Is het geen snoepje? Videobellen met oma wordt steeds droeviger, omdat ze haar zo graag wil zien.
Nog geen reactie — begin de discussie!