Een epidemie die het stadsleven ontregelt? Eigenlijk is dat voor Rotterdam niets nieuws: in 1871 was het de pokkenepidemie die de koningsdagfestiviteiten deed afgelasten. En in de 17e eeuw sloten de markten vanwege de pest. De vier ziektes waar Rotterdammers nog altijd graag mee schelden, hebben ieder ook een blijvende bijdrage aan de stad geleverd.

Op het noordelijke puntje van schiereiland Feijenoord ligt Panorama Dillenburg. Vanaf hun dakterrassen kijken de bewoners van dit wooncomplex uit op de Maas. Hun woningen hebben een gemeenschappelijk binnenterrein, net als het zeventiende-eeuwse pesthuis dat drie eeuwen geleden op precies deze plek stond, het laatste pesthuis dat in Rotterdam is gebouwd (in 1716). Maar het is nooit gebruikt: vanaf 1667 waren de pestepidemieën over. Het was met name door die mogelijkheid, om zieke mensen te isoleren, dat Rotterdam de pestepidemieën het hoofd wist te bieden.
De huidige coronacrisis laat zien dat we ook in de 21e eeuw nog steeds te maken kunnen krijgen met epidemieën en pandemieën. Omdat Rotterdam van origine een havenstad is, een spil in het wereldnetwerk, was (en is) deze stad al eeuwen een plek van komen en gaan. Niet alleen van mensen en goederen, maar ook van ziektes als de pest, cholera, pokken en tyfus. Allen hebben ze hevige epidemieën veroorzaakt in Rotterdam. Sterftecijfers schoten omhoog en de samenleving raakte ontregeld. Toch hebben ze allemaal bijgedragen aan het Rotterdam van nu.
Nog geen reactie — begin de discussie!