Waar de songfestivalfans moesten staan, is nu een ongebruikt noodhospitaal dat ruim 9 miljoen euro kostte. Niemand weet wie die rekening gaat betalen en dat had anders gekund, blijkt uit onderzoek van Investico en Vers Beton.
“Hier stonden de keukens, daar de koelcontainers. Dit was het logistiek centrum van het ziekenhuis”, wijst Rien van der Steenoven naar een lege witte tent. Om hem heen rijzen de tribunes van Ahoy op. Hier hadden vorige week eigenlijk duizenden Songfestivalfans moeten staan. Maar eind maart werd in Ahoy in twee weken tijd een coronaziekenhuis uit de grond gestampt, vanuit de gedachte dat in plaats van het festival extra bedden nodig waren voor duizend geïnfecteerde Rotterdammers.
Geen woorden maar daden, dat typeert de doortastende wijze waarop de Veiligheidsregio onder leiding van burgemeester Aboutaleb het ziekenhuis opzette. Op de vraag of Van der Steenoven, die namens de veiligheidsregio de bouw overzag, in zijn veertig jaar ervaring in de publieke gezondheid ooit zoiets meemaakte, antwoordt hij kortweg: “Nee.”
Onder de hoge tribunes door zie je de hal waar het zorgpersoneel zich om kon kleden. En in de volgende ruimte staan de prefab geraamtes van tientallen ziekenhuiskamers. We lopen langs de woonkamer van de afdeling, een dokterspost waar ook een mini-laboratorium stond, en een palliatieve ruimte, waar afscheid kon worden genomen van stervende patiënten. Alle kamers staan leeg, want het noodziekenhuis wordt alweer opgedoekt, zonder dat er ooit een patiënt heeft gelegen.
Nog geen reactie — begin de discussie!