Eelkje Christine Bosch is ondernemer op Katendrecht. Ze schrijft deze week over de voorzichtige opening van de nieuwe Fenixloods en de horeca. “We balanceren tussen gezondheid en behoud van onze onderneming. Tussen optimisme en wanhoop, angst en volharding.”
‘Wat fijn dat jullie weer open zijn!’ Wat is het mooi geworden!’ ‘Goed dat jullie terug zijn.’ ‘Het is niet meer hetzelfde hè, sinds de verhuizing?’ ‘Wat is het klein! Is dit alles?’ ‘Ik vind het niet zo leuk als de vorige…’
Nee. Niets is meer hetzelfde! Mooie plekken verdwijnen en het is vette pech én onze eigen schuld! Dat wil ik het liefst in hun gezicht roepen, en dan huilend weglopen. Dat doe ik niet. Ik forceer een glimlach, kijk de bezoekers net niet aan en vertel voor de honderdste keer hoe we, nu deze buurt zo hot geworden is, geen grotere plek kunnen betalen.
En dat door de c-crisis en opeenvolgende horecasluiting en maatregelen een aantal ondernemers die mee zouden verhuizen naar deze plek, afgehaakt zijn. Dat we daardoor niet alles in één keer mooi kunnen inrichten. Dat het nu toch ook zijn eigen charme heeft? Dat we er het beste van moeten maken met zijn allen? Maar de ingehouden schreeuw blijft door mijn lijf woeden, en ik ben bang.
Wat er was komt nooit terug en kapitalisme wint het op de korte termijn altijd van onbaatzuchtigheid. Dat denk ik op zulke momenten.
Maar op andere momenten zie ik wat we wél doen. We presenteren de nieuwe Fenix Food Factory met onze nieuwe winkels voorzichtig aan de buitenwereld, maken er het beste van, zo veilig mogelijk. We bereiden ons voor, hoopvol, met de nieuwe horeca. Fingers crossed. En verderop in de buurt, op Zuid, in het centrum, overal in de stad gaat het net zo.
Nog geen reactie — begin de discussie!