In het nieuwe bestemmingsplan Oude Noorden is het overgrote deel van de waardevolle historische bebouwing niet beschermd tegen sloop. Een groot deel van deze oude stadswijk is daarmee vogelvrij voor de grillen van corporaties en ontwikkelaars. Dit moet koste wat kost voorkomen worden, betoogt Maurice Moerland.
De rucksichtslose sloop van historische (corporatie)woningen in oude negentiende-eeuwse stadswijken neemt de afgelopen tijd in rap tempo toe. Eerder zagen we dat hele delen van Crooswijk ten prooi vielen aan de sloophamer en in de Tweebosbuurt (Afrikaanderwijk) wordt door bewoners nog steeds gevochten voor behoud van hun huizen. Deze protesten gaan vaak over de betaalbaarheid en toegankelijkheid van huisvesting of de individuele belangen van huiseigenaren, maar het debat richt zich in veel mindere mate op de effecten op de openbare ruimte door de sloop van historische bebouwing. Dit zijn namelijk wijken die zeer karakteristiek zijn voor Rotterdam en direct verbonden zijn met de grootste bloeiperiode van deze stad. Met de door woningbouwcorporatie Havensteder aangekondigde sloop van 32 eindnegentiende-eeuwse woningen aan de Wiekstraat in het Oude Noorden, dient zich momenteel een nieuw hoofdstuk aan in de Rotterdamse sloopwoede van haar oude wijken.
De 32 beneden-bovenwoningen aan Wiekstraat 21-53 zijn gebouwd in 1897. De woningen kwamen tot stand door middel van zogenaamde stratenplannen van particuliere bouwers. Dit waren kleine deelplannen van een of meerdere blokjes woningen, die – ondanks het individuele karakter van de panden – op een seriematige wijze werden uitgevoerd. Wijken zoals het Oude Noorden zijn grotendeels een aaneenschakeling van dit soort stratenplannen, die met hun gesloten bouwblokken het patroon van de oude sloten en polders volgden.
Er wordt soms neergekeken op deze zogenaamde ‘revolutiebouw’, maar dat is onterecht. De straten hebben vaak rijk versierde gevels, met klassieke geveldetails en bijzondere verhoogde hoeken, die als stedenbouwkundige accenten van een wijk fungeren. Dat alles maakt het een prettige wijk.
Hoewel de 32 woningen in de Wiekstraat door de private markt zijn gebouwd, zijn ze op een zeker moment in handen gekomen van woningbouwverenigingen. Midden jaren zeventig zijn de huizen, zoals veel corporatiewoningen, onder handen genomen door de Trespa-galore renovaties van de stadsvernieuwing, maar in de Wiekstraat zijn de gevolgen hiervan redelijk mild.
Nu heeft woningbouwcorporatie Havensteder, eigenaar van de 42 inmiddels leegstaande woningen in de Wiekstraat, eind vorig jaar in hun prestatieafspraken 2020-2021 met de gemeente afgesproken om de 32 woningen op de oneven nummers te slopen en daarvoor 20 eengezinswoningen voor de sociale sector terug te bouwen. De 10 woningen op de even nummers worden verkocht met een mogelijke opknapverplichting.
Al één reactie — discussieer mee!
Een goed artikel en mij uit het hart gegrepen. Rotterdamse corporaties slopen veel te gemakkelijk hun 19e en vroeg 20e eeuwse woningvoorraad. Dit terwijl jonge professionals in de stad leuke woningen zoeken en handen uit de mouwen kunnen steken om het interieur van dit type woningen op te knappen. Historisch Genootschap Roterodamum stuurde kortgeleden een brief naar het college om dit weer eens onder de aandacht te brengen van het stadsbestuur.
Er is overigens bij de implementatie van de CV voor het Oude Noorden, Liskwartier, Agniesebuurt en Provenierswijk een fout gemaakt door de gemeentelijke planologen. Deze woningen hadden in het bestemmingsplan een beschermde status (cultuurhistorische waarde) verdiend.