De slogan ‘Rotterdam. Make it Happen’ en bijbehorende ondernemersmentaliteit was de basis van het sociaal beleid van de afgelopen jaren, zag promovendus Nuha Al Sader die de coalitieakkoorden van 2006 tot nu analyseerde. Maar onder het huidige stadsbestuur lijkt ‘de ondernemende Rotterdammer’ plaats te moeten maken.

Er is een groeiende waardering voor ondernemen in de Nederlandse samenleving. Ondernemen wordt niet alleen geassocieerd met het starten van een bedrijf, maar ook met persoonlijke eigenschappen als initiatief nemen, zelfredzaamheid en het vermogen om verantwoordelijkheid te dragen. In de nasleep van de ‘participatiesamenleving’ leggen het Rijk en gemeenten de nadruk op deze persoonlijke eigenschappen. Ze moedigen zo actieve burgers aan hun ondernemende kwaliteiten te gebruiken, en hun eigen problemen of problemen in hun directe omgeving zelf op te lossen.
Die toegenomen waardering voor ondernemen zag je ook in het stedelijk beleid opkomen. Steeds meer steden presenteren zichzelf als een ondernemende stad, zoals bijvoorbeeld Dordrecht, Leiden, Apeldoorn en Sittard-Geleen. Zij proberen onder andere een aantrekkelijke vestigingsplaats te bieden voor bedrijven, ondernemerschap te stimuleren onder hun inwoners en als onderdeel van hun marketing en branding presenteren zij de stad ook als ondernemend. Samen met Reinout Kleinhans en Maarten van Ham heb ik onderzoek gedaan naar de manier waarop deze ondernemerschapsmentaliteit zich in Rotterdam manifesteert.
Al één reactie — discussieer mee!
mooi stuk. dank. het liberaal kapitalisme werd door politicoloog francis fukuyama als eindoverwinnaar aangewezen toen de berlijnse muur viel. de individueel ondernemende burger en de ondernemende stad zijn daar echo’s van. een zo klein mogelijke overheid en een individu dat regels doorbreekt met marktkansen, stuwen de samenleving eindeloos op, dacht hij. die vooruitgangsmachine hapert echter al een tijdje. de overheid is tot de orde geroepen in rechtzaken, en weer leidend geworden op stevige dossiers als de bankencrash, Corona en het stikstofdossier. een transitie naar houdbare systemen eist samenwerking tussen overheden, ondernemers, consumenten, kennisleveranciers en intermediairs. van keukentafel tot wereldtoneel worden door hen mechanismen herontworpen. de overheid heeft het vermogen – en daarom de taak – de overgang soepeler en met minder maatschappelijke schade te doen verlopen dan als alleen ondernemende partijen de dynamiek bepalen. niet alleen door te helpen opschalen van wat gewenst is (startups en growups faciliteren), maar ook door actief te helpen verminderen wat niet duurzaam is en oog te hebben voor verliezers van de transitie.
het lukt mijn stichting Dam trouwens tot nu toe niet om de gemeente een rekening Rotterdams Geld te doen openen. En terwijl velen weten dat de huidige wereldmunten grote moeite hebben met het faciliteren van sociale cohesie en transities naar duurzame systemen. ik ben benieuwd naar de andere reacties op het stuk.