LEK
Voor Alice
hij zegt, je maakt mijn hoofd heet
de boys op de hoek
schitteren brons in de avond
onder een dubbelzon die hen
net als alle anderen
op een willekeurige zomerdag dronken voert
elke stap doet hun schouders deinen
alsof ze drijven op het water dat
de rest van op zuid scheidt
de boys trappen tegen een bal
op het plein, op het veldje
moderne strijdgronden, de boys
dragen een harnas als atlasgewicht
hun mannelijkheid, een Fabergé-ei
ze bewegen als roedel langs de rafelranden
tanden in de aanslag
en ook dit instinct is een open zenuw
het kleinste contact, een oorlogsverklaring
de boys en hun strijdlust
verminken elkaar tot oneindigheid
alles dat leeft kan lek
kinderen vlekken stoeptegels
met wat zij trekken uit elkaar
de boys zijn niet de boys
zijn hem, hem, hem, hem en haar
en elke keer opnieuw
tellen we het leeg dat overblijft
leggen witte rozen in een portiek
een moeder stort ter aarde
maar vlekken zijn niet uit stenen te schrobben
niet nu,
of morgen,
of later…
Nog geen reactie — begin de discussie!