De kleine horeca en clubs moeten zich maar aanpassen aan de nieuwe realiteit, vond burgemeester Aboutaleb. “Maar op die manier komen straks alleen de Happy Italy’s, bierfabrieken en Mcdonald’s als winnaars uit deze crisis”, stelt ondernemer Kris de Leeuw. Hij geeft vijf aanbevelingen om dat te voorkomen.
Als het aan de burgemeester ligt valt het Rotterdamse horecalandschap in twee categorieën in te delen: winnaars en verliezers. Verliezer, dat ben je als je denkt dat je ‘nog veel bier kan verkopen op een klein oppervlak’. Winnaars zijn zij die zich aan weten te passen aan de nieuwe realiteit, die volgens Aboutaleb weleens van lange duur zou kunnen zijn.
Het kwam de burgemeester die afstevent op een derde termijn op forse kritiek te staan: “malle, badinerende, rare uitspraken’” aldus Leefbaar Rotterdam. “Aboutaleb laat hen als een baksteen vallen”, aldus Iris Wulffraat, voorzitter van Koninklijke Horeca Nederland (KHN), afdeling Rotterdam.
De uitspraken geven een interessant inkijkje in de visie van het stadhuis op horeca en uitgaanscultuur. Dat de burgemeester weinig op heeft met ‘horecaboeren’ die zoveel mogelijk bier willen verkopen, daar is best in te komen. Maar de sector is veel meer dan dat. Het zijn momenteel juist de kleine horeca-ondernemingen en de podia en clubs die het hardst getroffen worden: ondernemingen die horeca niet als doel zien (lees: bier verkopen) maar als middel om cultuur, ontmoeting en sociale interactie te faciliteren.
Nog geen reactie — begin de discussie!