Marianne Klerk maakt een voorval met een dakloze jongeman op de Oude Binnenweg mee. Ze gaat na hoe Rotterdam tegen dakloosheid aankijkt en komt uit bij jarenlang beleid van het ‘opschonen’ van de stad: waar gentrificatie en verdrijving van daklozen uit het straatbeeld elkaar kruisen.
Tijdens een Zoom-gesprek met een collega speelt zich onder mijn raam een schouwspel af waarbij Charles Dickens zijn vingers zou aflikken. Een dakloze jongeman met twee volle plastic Albert Heijn-tassen ploft neer op het bankje van de kledingwinkel tegenover mij. Hij strekt zijn benen tot hij met beide hielen licht de grond aantikt en blijft zo een paar minuten rustig zitten. De winkelmedewerker staat op zeker drie meter afstand van de ingang, enigszins verscholen achter twee paspoppen, hem in de gaten te houden.
Een paar minuten later zie ik in mijn ooghoeken dat de man is opgestaan en een kleine voetbal hooghoudt, terwijl de winkelmedewerker inmiddels druk aan het telefoneren is. Ze volgt onderwijl elke trapbeweging van de man. Een gevoel van naderend onheil bekruipt me.
Ik besluit om zometeen naar beneden te gaan, en hem onder het aanbod van een koffie to go, vriendelijk te vragen om op het publieke bankje voor mijn gebouw te komen zitten. Een gebouw waar geen winkel in huist. Maar op dat moment rijdt een politiewagen de straat in. De welbekende wijkagent spreekt de jongeman aan, waarop hij gedwee zijn balletje in een van de Albert Heijn-tassen stopt en weg sjokt.
Al één reactie — discussieer mee!
Goed stuk. Ik mis alleen de zgn bankslapers; thuislozen die niet op straat zwerven of in de nachtopvang slapen, maar die desondanks zonder vaste woonplek zitten. Ze zwerven van familie, naar vrienden, naar tijdelijk in een volkstuinhuisje, naar andere vrienden. Maar telsken worden die vrienden/familieleden het logeren zat. En daar ga je dan weer met je weekendtas vol spullen. Nergens kunnen ze al te lang blijven. Ook jongeren die veel te lang thuis blijven wonen omdat er geen alternatief is vallen daaronder. Andre groepen zijn gescheiden terwijl partner het huis heeft, mensen in de schulden of combinaties daarvan. Het is misschien wel de meest onzichtbare groep woningzoekers en thuislozen die er is. Er zijn natuurlijk weer geen cijfers, maar het zou mij niet verbazen als de groep bankslapers groter is dan de werkelijk daklozen.
Hier een portret van zo maar zo’n geval:
https://www.pension-almonde.nl/portret-overal-zeiden-ze-dat-ik-tussen-wal-en-schip-viel/