In haar nieuwste roman De Kier schrijft Shantie Singh over een ambtenaar van de gemeente Rotterdam die zich inzet voor verborgen vrouwen – en daarbij heftig wordt tegengewerkt. Naast dit grote, extreme thema, gaat haar boek over allerlei subtiele vormen van onderdrukking. Hoeveel inspiratie haalt zij uit haar leven, haar gemeenschap en uit haar stad Rotterdam?

Jouw roman duikt in de wereld van de ambtenaren op het Stadhuis, in subculturen als de Hindoestaanse gemeenschap en uiteindelijk in gesloten achterkamers waarin een vrouw vastgezet is door haar echtgenoot en schoonfamilie. Allerlei leefwerelden komen samen. Voor wie is dit boek geschreven?
“Mijn eerste drijfveer was om een boek te schrijven over, maar ook voor de verborgen vrouwen van Nederland. En dan bedoel ik ‘verborgen’ in allerlei gradaties. Net als het personage Uma in mijn boek doet, probeer mijn collega-ambtenaren en ik om met deze vrouwen in contact te komen – via via, in de wijken. Voor hen is De Kier geschreven: voor de vrouwen die allerlei vormen van onderdrukking en huiselijk geweld ervaren vanuit allerlei achtergronden. Dat zij niet meer alleen als slachtoffer worden neergezet.”
Nog geen reactie — begin de discussie!