Schrijver, columnist en Rotterdammer Raoul de Jong onderzocht zeven jaar lang de ongehoorde stemmen van Surinaamse helden. In zijn nieuwste boek Jaguarman en in de theatervoorstelling In Suriname laat hij ze spreken. Daphne Bakker sprak met hem over het belang van deze helden voor Nederland en de rol van slavernij in de Rotterdamse geschiedenis.
Je boek Jaguarman vertelt over jouw persoonlijke zoektocht naar Surinaamse helden. In Nederland, en dus ook in Rotterdam, is een proces gaande van bezinning omtrent de ‘helden’ van de Gouden Eeuw. Moet Nederland op zoek gaan naar nieuwe helden en waarom zijn die eigenlijk belangrijk?
“Ik denk dat het belangrijk is om voorbeelden te hebben voor hoe je kunt leven. Om te weten dat er bijzondere mensen zijn die bijzondere dingen in hun levens hebben gedaan. Dan denk je “oh, dat is ook een weg die je kunt bewandelen.” In die zin zijn helden belangrijk. Vooral als het dan mensen zijn waaraan je je kan spiegelen. Het is fijn om te weten dat er mensen waren met jouw huidskleur die grootse dingen hebben gedaan. Denk aan Martin Luther King, Malcolm X en de grote schrijver James Baldwin. Maar die mensen kwamen altijd uit de VS.
Ik ben gaan zoeken naar Surinaamse helden omdat mijn vader uit Suriname komt en ik gewoon heel weinig wist over zijn geboorteland. Mijn huidskleur komt daar vandaan, dat was het enige dat ik wist. Nadat ik mijn vader voor het eerst ontmoette op mijn 27ste, zag ik hoeveel ik op hem leek en begreep ik dat de geschiedenis van Suriname van alles met mij te maken heeft. Ik begon mij af te vragen “Waar zijn de James Baldwins van Suriname? En als ze er wel zijn, waarom ken ik ze niet?” Ik ben dus gaan zoeken, zeven jaar lang.
Nog geen reactie — begin de discussie!