Al in de jaren negentig ging de gemeente aan de slag met de Schiecentrale: de leegstaande energiecentrale moest een creatieve spil worden in de ontwikkeling van het nieuwe Lloydkwartier. In dit eerste deel van een drieluik over creatieve broedplaatsen in Delfshaven bekijkt Ferrie Weeda hoe dit gemeentebeleid in elkaar stak. “We wilden tegendraads denken”.
In de tijd dat Aldo van Kleef werkte bij het gemeentelijke Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam (OBR), was het nog een andere stad: “Rotterdam stond in de jaren negentig bovenaan de verkeerde lijstjes. De economische basis van de stad was heel kwetsbaar, het was alleen de haven. De stad had een slechte reputatie: prostitutie, criminaliteit, drugsverslaafden…Dat gold zeker voor de omgeving van de Schiehaven en de Müllerpier.”
In 1990 kwam de oude elektriciteitscentrale aan de Schiehaven leeg te staan. De gemeente greep z’n kans. Deze Schiecentrale moest de spil in de ontwikkeling van het nieuwe Lloydkwartier worden, als creatief cluster voor de audiovisuele industrie. Als gemeentelijk ontwikkelaar was Van Kleef verantwoordelijk voor zowel het creatieve proces als de uitvoering: “We wilden contrair denken – het was makkelijk gedacht om die centrale te slopen en daar gewoon woningen neer te zetten. Maar we wilden de gezichtsbepalende oude gebouwen laten staan.”
Nog geen reactie — begin de discussie!