
Nederland is de afgelopen jaren ongelijker geworden en in toenemende mate ‘ontmengd’. De ongelijkheid slaat naast economisch ook op verschillende schaalniveaus ruimtelijk neer. Er tekent zich steeds meer een samenleving van twee snelheden af, waarin sociaaleconomisch sterke groepen en groepen die het minder hebben elkaar minder en minder tegenkomen. Deze ontmenging is een stress die de sociale veerkracht van de Nederlandse samenleving in gevaar brengt en deze daarmee op verschillende schalen destabiliseert. Alleen als verschillende groepen elkaar blijven tegenkomen, ontstaat er – de voor een samenleving noodzakelijke – samenhang als basis voor sociale veerkracht.
In dit essay ga ik eerst in op het begrip sociale veerkracht, vervolgens duid ik het proces van ontmenging en verlies van samenhang in Nederland in de afgelopen decennia. Ik stip een aantal grote ontwikkelingen aan die hieraan ten grondslag liggen. Ook laat ik zien wat de effecten van deze ontwikkelingen zijn voor de sociale veerkracht van de Nederlandse samenleving. Ik sluit af met aanbevelingen voor de praktijk van gebiedsontwikkeling.
- vrij vertaald citaat uit Davoudi, 2012, p.302, refererend aan Carpenter et al., 2005. ↩︎
- het ging hier om rellen die voortkwamen uit het niet naleven van de coronamaatregelen. Niet toevallig echter vonden de rellen veelal plaats in vrij gesegregeerde, sociaaleconomisch minder sterke wijken. De belevingswereld van deze bewoners sluit niet altijd aan bij die van andere groepen in de samenleving. Het politieke debat hierover, dat op verschillende schaalniveaus werd gevoerd (landelijk en stedelijk), ging onder andere over harder ingrijpen en harder straffen ↩︎