Het paasweekend is alweer even geleden, dus de paashazen zijn weer uit beeld? Niets is minder waar, weet stadsecoloog André de Baerdemaeker. De hazen zijn nooit uit Rotterdam vertrokken. We zien ze alleen niet, omdat ze iets te verbergen hebben.

Allereerst wil ik even orde op zaken te stellen: een haas is heel iets anders dan een konijn. Uiteraard, ze hebben beide lange oren, knaagtanden en verlengde achterpoten, maar een haas is zoveel meer dan een konijn. De haas is groter, de haas is sneller, de haas is sterker en de haas is ook zeker listiger dan zijn pluizige familielid. Dat moet ook wel.
Konijnen leven alsof er geen morgen is (wat in hun geval ook heel goed zou kunnen): ze ruïneren de grasmat, woelen de begraafplaats om, ondermijnen dijken en ze fokken er zo lustig op los dat het spreekwoordelijk is. Ze leven comfortabel in een ondergronds netwerk van zelf gegraven tunnels. Vanuit die uitvalsbasis grazen ze het grasveld in een straal van een meter of dertig rondom hun burcht, kort tot op de millimeter.
Voor hazen is het leven heel anders. Ze slapen altijd buiten, ongeacht het weer. Het zijn taaie rakkers die niet schuilen wanneer het regent en die bij strenge vorst gewoon de knaagtanden op elkaar zetten.
Nog geen reactie — begin de discussie!