Recent zijn er meerdere incidenten met racisme en discriminatie bij de Rotterdamse politie geweest. Volgens een ex-agent en een socioloog is een cultuurverandering binnen de politie hoognodig. Hoe moet de organisatie dat aanpakken?
Het wantrouwen van Rotterdammers van kleur richting de politie is in het kielzog van recente incidenten met racisme en discriminatie nog verder toegenomen. De roep om ontslag van de agenten die racistische appjes verstuurden is groot: honderden Rotterdammers demonstreerden voor het politiebureau aan het Marconiplein en de Rotterdamse afdeling van Bij1 overhandigde in het stadhuis een petitie met bijna 19.000 handtekeningen.
Ook de raadsfractie van Denk trok een streep in het zand, waar politiechef Westerbeke niet overheen wilde stappen. ‘Goede dienders’, werden de vijf agenten genoemd. De politiechef staat volgens critici iets te doen dat moeilijker is dan het zwaarder straffen van de rotte appels: het actief bestrijden van een cultuur die racisme en discriminatie in de hand werkt en waar de politie al sinds haar oprichting van doordrenkt is.
Ondernemer en ex-agent Saïda Ouarirou woont in Bospolder-Tussendijken, de wijk waar vijf agenten actief waren die zich in een appgroep discriminerend hebben uitgelaten over de vermoorde Humeyra, de Turkse gemeenschap en homoseksuelen. Toen de appjes naar buiten kwamen was ze allerminst verbaasd over wat ze las. Ze weet nog precies hoe het op de politiebureaus aan toe gaat – het was de reden dat ze haar uniform veertien jaar geleden aan de wilgen hing. “Het werk is geweldig, maar de cultuur kan heel erg giftig zijn, vooral hier in Rotterdam. Nu kunnen ook anderen zien hoe het er in de organisatie aan toe kan gaan, met machogedrag, heftige humor en discriminerende opmerkingen. Die cultuur moet doorbroken worden.”
Nog geen reactie — begin de discussie!