Giovanni Burke ziet steeds vaker hoe mensen weggeworpen jointjes van straat rapen, en gaat op zoek naar waarom zij dit doen. ‘Bukshag’ blijkt een bekend fenomeen waar instanties weinig grip op hebben.
Terwijl ik in de vroege ochtend starend uit het keukenraam boven mijn kop koffie hang, ben ik getuige van een aparte bedrijvigheid: wat sjofel uitziende figuren lopen of fietsen schichtig de straat in en – met de blik onafgebroken gericht op de straatstenen – zoeken ze naar nog enigszins bruikbare tabaksresten. Deze tabaksresten worden snel in broekzakken gefrommeld om bij voldoende vangst een nieuw sjekkie van te draaien. Eerst vooral in de vroegste ochtenduren maar tegenwoordig zie ik dit ook steeds vaker op klaarlichte dag op het Hudsonplein in Rotterdam-West.
Het zette me aan het denken: wie zijn deze sigarettenpikkers en wat beweegt ze tot deze extreem onhygiënische daad? Zijn deze mensen nog enigszins in het zicht van instanties die hen kunnen ondersteunen in de zoektocht naar een zinvol en zelfredzaam leven?
Op een willekeurige ochtend spreek ik één van de ‘sigarettenpikkers’ aan en vraag of ik misschien sigaretten voor hem kan halen. Hij slaat mijn aanbieding verrassend genoeg af. Hij is niet geïnteresseerd in sigaretten maar specifiek op zoek naar jointjes die zijn weggegooid. De man wijst in de richting van de Euromast en de Maastunnel. “Ik ben niet dakloos hoor, ik heb een woning op Rotterdam Zuid”. Toch zie ik deze licht kalende met een pluizige haardos aan beide zijden van zijn hoofd, geregeld in mijn straat. Wat doet hij zo vaak hier in West? “Mijn moeder woont iets verderop bij het Dakpark, een paar keer per week bezoek ik haar”, antwoordt hij.
Nog geen reactie — begin de discussie!