Voordat de keizerlibel een gevechtspiloot wordt zoals we ‘m kennen, heeft hij al een heel leven als onderwaterdier achter de rug. Na twee jaar tussen de vissen doorbreekt elke libel het glazen plafond.

Voorzichtig kruipt het bruine insect langs een rietstengel omhoog. Hij bekijkt de gladde waterspiegel boven zich van onderaf. De afgelopen twee jaar was dit de bovengrens van zijn wereld. Alles daarboven is voor hem net zo vreemd en bedreigend als het heelal voor ons. Zijn ogen zijn afgesteld op de onderwaterwereld en zijn ademhaling berust volledig op de kieuwen die aan zijn achterlijf hangen.
Tot vandaag had hij nooit interesse getoond voor de onscherpe groene en blauwe vormen daar boven. Maar nu is dat anders. Het is de dag dat hij dit glazen plafond doorbreekt. Zou hij nieuwsgierig zijn? Verheugd? Of angstig? Ik kan me geen voorstelling maken van de emoties die insecten voelen.
Nog geen reactie — begin de discussie!