Bewoners ontwikkelen een culturele hotspot in Charlois, maar moeten nu strijden voor de bijbehorende horecavergunning. Terwijl die juist van groot belang is voor kleine instellingen, stellen Hugo Bongers en Jannie Hommes. “Naar horeca kijken zonder de daarmee gediende culturele belangen mee te wegen, is achterhaald en schadelijk”.

Ooit was Rotterdam-Zuid een plek met weinig cultureel aanbod. Er stond weliswaar een theater, er waren wijkpodia, een Kunstzaal en een poppodium. Maar geen musea, geen galeries en geen grote culturele instellingen. Zuid was een rustige plek om te wonen, voor cultuur nam je de fiets naar de overkant.
In die luwte ontwikkelden zich de laatste decennia bijna ongemerkt allerlei kunstinitiatieven. Kunstenaars experimenteerden in leegstaande woningen. Een poppodium als Baroeg specialiseerde zich in een bepaald muziekgenre, waarvoor liefhebbers met genoegen naar Zuid fietsten. Net als voor de gewaagde programmering van De Player, en nu ook voor die in Koffie & Ambacht. Cultuur op Zuid groeide uit tot een uitdagende bundel geheimtips met plekken als PEACH, Available & the Rat, Cultuurwerkplaats Tarwewijk en nog veel meer.
Kenmerkend voor Oud-Charlois is daarbij de grote betrokkenheid van groepen bewoners en kunstenaars. Zij nemen het initiatief voor allerlei grote en kleine evenementen, voor projecten in de openbare ruimte en kleinschalige culturele locaties.
Al één reactie — discussieer mee!
Handhaving en veiligheid van de gemeente Rotterdam heeft kennelijk geen andere prioriteiten dan culturele instellingen.