The Writer’s Guide (to the Galaxy) publiceert fictieve stadsverhalen op Vers Beton. Dit keer schrijven Marieke Reijm en Corianne Oosterbaan over Desiree en de Botenparade.
“Waar had je deze boot nou ook alweer vandaan?” Desiree staat met haar hand in haar zij op de steiger en kijkt haar vader aan. Hij had beloofd haar de boot te laten zien waarmee ze aan de Botenparade mee zouden doen, maar hij staat niet op een boot, hij staat op een grote ponton van vijf bij vijf meter, van een soort donker vlekkerig metaal. Het platte, lege ding steekt af tegen de rest van de sloepen in de parkeerhaven.
“Toch niet van Louche Luuk geleend, hè? Ik zweer het hoor, pap, ik vind dat een enge gast.”
Haar vader kijkt op. Hij steunt op zijn bezem om niet om te vallen op de schommelende ponton en houdt zijn hand boven zijn ogen tegen de felle zon. “Ah joh, wat doet dat er nou toe. Is het geen prachtexemplaar?” Hij grijnst naar Desiree, die nog steeds moeilijk kijkt.
“Maar je gaat me toch wel vertellen wat je idee is? Ik ga niet meevaren op een lege boot hoor, pap, dan schaam ik me helemáál dood.”
“Jij hoeft je toch helemaal nergens zorgen om te maken, schat.” Hij legt de bezem op de steiger en veegt het zweet van zijn gezicht. “Geloof me nou maar als ik zeg dat we dit jaar de hoofdprijs winnen.” Desiree rolt met haar ogen.
“Kom op nou, Dees! Een ode aan het Rotterdam van vroeger!” Haar vader spreidt zijn armen. “Dat is toch het perfecte thema voor je ouwe pa.” Er scheert een speedboot voorbij en hij moet moeite doen om zijn evenwicht te bewaren.
Desiree klakt met haar tong. “Maan en Lila zijn al twee maanden geleden begonnen aan hun boot en ze zijn al vet ver. Wij hebben nog helemaal niks, hè, en de Parade is volgend weekend al.”
Haar vader stapt van de ponton op de steiger, pakt zijn dochter bij haar schouders en kijkt haar stralend aan. “Wij hebben de kraker van het jaar! Ze gaan allemaal versteld staan, ook die tutten van Van Genkel.” Lenig springt hij terug op het drijvende gevaarte en pakt de schoonmaakspullen. “Dan gaan we nou lekker naar huis, ik denk dat mama zo thuiskomt.” Dan kijkt hij geschrokken op naar Desiree. “Wij zouden koken, hè?”
Desiree rolt weer met haar ogen en knikt.
“Daar was ik al bang voor.” Hij stapt weer op de steiger en veegt het zweet van zijn voorhoofd. “Maar even langs La Pizza dan?”
“Net als vorige week?”
Haar vader haalt zijn schouders op en Desiree grijnst. Samen laden ze de spullen in hun eigen sloep en stappen in.
“Eens even kijken hoe we daar het makkelijkst komen. De Maasboulevaart zal nu wel helemaal vaststaan, dus misschien kunnen we beter omvaren via Oostpleinvijver…” Op een rustig tempo navigeert haar vader de boot richting de uitgang van de haven en niet veel later varen ze het centrum binnen. Het is nog maar begin zomer en al verstikkend warm. Zweetdruppels glijden van Desirees voorhoofd en over haar rug naar beneden. Elke schaduw van een hoog gebouw op stalen poten is een verademing. Het is druk op de vaarten, en langzaam slingeren ze het centrum door.
Nog geen reactie — begin de discussie!