Het is bijna twintig jaar geleden dat Leefbaar Rotterdam voor het eerst in de gemeenteraad kwam. Chris Aalberts analyseert welke draai de partij, die geldt als de enige echte erfgenaam van Pim Fortuyn, inmiddels aan zijn gedachtegoed geeft. En wat dat betekent voor komende verkiezingen.
Op een zondagmiddag komt Leefbaar Rotterdam bijeen om een nieuwe lijsttrekker te kiezen voor de gemeenteraadsverkiezingen van maart. In restaurant Lommerrijk staan alle stoelen keurig op anderhalve meter afstand. Een aanwezige vertelt dat de partij zo’n 340 leden heeft, daarvan lijkt ongeveer een derde de moeite te hebben genomen om deze vergadering en borrel te bezoeken. Het is een mooi moment om te kijken hoe het met Leefbaar gaat.
Ledenvergaderingen van politieke partijen, zoals deze, zijn namelijk de beste manier om te achterhalen hoe de interne verhoudingen liggen. Helaas hoeven ze niet openbaar te zijn. Leefbaar vergadert in beslotenheid en dus moeten we het doen met wat aanwezigen achteraf op de – wel openbare – borrel vertellen. Er blijkt opvallend weinig te zeggen: lijsttrekker Robert Simons is met een communistische meerderheid gekozen. Verder stond kennelijk niets van enige importantie op de agenda: het verkiezingsprogramma en de kandidatenlijst worden nog gemaakt en de borrel begint bijna een uur eerder dan was aangekondigd.
Komend jaar is het twintig jaar geleden dat Leefbaar Rotterdam hier voor het eerst in de gemeenteraad kwam. Het was de tijd waarin, in de slipstream van Pim Fortuyn, overal in Nederland Leefbaar-partijen werden opgericht. De overgrote meerderheid van die partijen bestaat niet meer, maar in Rotterdam hield men stand. Landelijk zijn er nog steeds partijen op rechts die zeggen zich op het gedachtegoed van Fortuyn te beroepen, maar inmiddels is er eigenlijk maar één echte erfgenaam: Leefbaar Rotterdam.
Nog geen reactie — begin de discussie!