Bij het woonprotest in Amsterdam op 12 september waren zo’n 15.000 mensen op de been. Op 17 oktober is er een nieuwe demonstratie gepland, deze keer in Rotterdam. En dat is maar goed ook, want Rotterdammers hebben nog veel meer reden om te protesteren, betoogt Eeva Liukku.
Rotterdam was tot zo’n tien jaar geleden vooral bekend als de stad van de ‘slechte lijstjes’. In 2016 publiceerden we met de Vers Beton-redactie het boek ‘Help, we zijn populair’!’, waarin we de plotselinge nieuwe populariteit onder de loep namen. Het boek behandelde serieuze vraagstukken zoals het gentrificatiebeleid van de gemeente. Toch kende het ook luchtige artikelen en we probeerden met kritische én vrolijke verwondering op deze nieuwe periode in de stad te reflecteren. We stelden daarbij: “We zijn géén Amsterdam, of Londen, dat geeft ons de tijd en ruimte om ons te bezinnen op de vraag hoe we de stad willen ontwikkelen.”
Wellicht was het een naïeve gedachte dat het schip nog te keren was, dat Rotterdam nog wél in de goede richting kon ontwikkelen. Want in de hoofden van de bestuurders van deze stad was het schip in 2016 allang de haven uit. Omdat bestuurders geloven dat steden met elkaar ‘in competitie’ zijn, was het voor politici van links tot rechts in deze stad een angstbeeld dat we het voorgoed zouden afleggen tegen steden als Utrecht en Amsterdam. De stad moest en zou mee doen met de rest, en de woonpolitiek was een belangrijke manier om dat mogelijk te maken.
Al één reactie — discussieer mee!
https://woonmanifest.nl/