De Woonopstand op 17 oktober begon vrolijk, maar eindigde grimmig toen de politie hardhandig ingreep zonder duidelijke aanleiding. Salih Kilic was erbij en vertelt over zijn ervaring met politiegeweld. “Ik zag twee mensen met bebloede gezichten en werd bij mijn kraag gegrepen, in mijn knieholtes en op mijn armen geslagen met een wapenstok.”
‘Rellen bij landelijk woonprotest’, daar kopt het AD mee vandaag. Maar dat is niet wat ik heb gezien. Samen met honderden andere deelnemers aan de Woonopstand heb ik gezien hoe de politie een vreedzaam protest verstoorde en liet uitlopen op complete chaos.
De middag begon heel gemoedelijk, in het Afrikaanderpark met sprekers van verschillende organisaties die zich uitspraken tegen het landelijk woonbeleid. De opkomst was divers: oud, jong, mensen met kinderen, studenten, verschillende politieke partijen, een breed gedragen protest.
Toen we na de speeches in het park begonnen aan de demonstratie die naar de Markthal zou leiden, bleef de sfeer er goed inzitten. Aan de kop van de stoet liep een groep muzikanten, er werd gedanst, gejoeld, je voelde dat de mensen trots waren dat we er met zovelen waren, een gevoel van solidariteit.
We passeerden Rijnhaven en liepen door richting de Erasmusbrug, langs Wilhelminaplein. Daar zagen we de eerste agenten die waren uitgerust met een helm en een knuppel aan hun riem. Er werden grapjes gemaakt: “Lekker dienstbaar weer” en “Die zijn er zeker voor onze veiligheid”.
We gingen de brug over – maar vlak voor we Leuvehaven bereikten, besloot de politie de demonstratie ineens stop te zetten. Ik keek om en zag hoe de ME pal achter mij de stoet afsneed en een groep demonstranten zonder duidelijke aanleiding omsingelde. Veel mensen stopten om te kijken wat er aan de hand was en begrepen niet waarom we stilstonden. Er kwam geen verklaring vanuit de politie, die zich steeds grimmiger opstelde.
Mensen die vanaf de verhoging bij de trambaan op de situatie uitkeken werden naar beneden geduwd, persfotografen lieten tevergeefs hun perspas zien. Er werd gescandeerd:“We see no riot here, put down your riot gear!” Dit duurde zeker een kwartier, zonder uitkomst. Er werd niemand uitgepikt, ondervraagd of gefouilleerd. Ondertussen kregen steeds meer mensen aan de voorkant van het protest door dat er iets aan de hand was. Ze kwamen teruglopen en riepen naar de politie: “Laat ze door!”, omdat niemand begreep waarom dit nodig was.
Al één reactie — discussieer mee!
Ik vind dit heel zorgelijk en het doet denken aan wat mijn ouders me vertelden over de jaren ’60: Als toeschouwer staan kijken bij demonstraties en zo woedend worden over het ongeprovoceerde politiegeweld dat ze haast automatisch zin kregen mee te gaan vechten tegen de politie. Ook krijg je de indruk dat lomperikken met grote voertuigen of ander wapentuig (boeren, truckers, voetbalsupporters) met fluwelen handschoenen worden aangepakt uit angst, terwijl een wat machtelozere groep keihard wordt aangepakt. Bovendoen vind ik het heel be-angstigend dat in deze demonstraties voortdurend undercover-agenten rondlopen die plotseling een groep verlaten, gaan aanwijzen en mensen achterlaten met een gevoel van verraad. Mijn indruk is dat minder intelligente demonstanten al snel tot de conclusie zullen komen dat je – om wat te bereiken – maar beter direct over kunt gaan tot geweld. Ik vond het eigenlijk een teken van beschaving dat we proberen dat niet meer te doen om onze stem te laten horen. Ik denk dat de politie dat zou moeten koesteren en dat de leiding dit ineffectieve operationele geweld de kop in moet drukken. Bovendien wordt de politie echt niet als zwak ervaren, wanneer ze achteraf publiekelijk kritisch durft te zijn op haar optreden. Met Esprit de Corps – een echte jaren ’60 term – bereik je niets. (En ook jonge politieagenten ondervinden de nadelen van onbetaalbare starterswoningen.)