Filosoof en socioloog Willem Schinkel duidt wat het politiegeweld tijdens de Woonopstand op zondag 17 oktober 2021 betekent. De legitimaties daarvoor – dat er een persoon meeliep met een bord met de letters ACAB (all cops are bastards) en dat agenten werden beledigd met termen als ‘fascisten’ en ‘staatsterroristen’ en middelvingers – zijn volgens hem veelzeggend.
Het politiegeweld tijdens de Woonopstand van 17 oktober 2021 is een vorm van staatsterreur die eigen is aan de liberaal-kapitalistische orde. Ondanks het idee dat aandacht voor het politiegeweld de aandacht van het onderwerp wonen afleidt, lijkt het me toch cruciaal aandacht te hebben voor de overdrijving die de staat op dat issue produceert. Een overdrijving die typerend is voor de staat. Of wellicht moeten we zeggen: de staat is een overdrijving van wat ervoor nodig is om samen te leven, precies omdat de staat onderschat op welke manieren we allemaal samen zouden kunnen leven. De staat is een overdreven onderschatting. Een naam voor ‘alle gevolgen van dien’ van een inschattingsfout.
Wie met een schijnbaar onschuldige actie geweld oproept, moet erkennen dat er niets onschuldigs aan die actie is. Dat je kennelijk ergens op drukt waar het pijn doet. Niets rechtvaardigt het politiegeweld van 17 oktober, maar er is, in de huidige orde, ook niets onschuldigs aan het verkondigen van een recht op wonen, want het legt de bijl aan de wortel van die door bezit bezeten orde. Ongetwijfeld stond niet iedereen die zondag op het Afrikaanderplein met het idee dat de Woonopstand een fundamentele breuk met de bestaande orde in zich draagt, maar duidelijk is dat de orde het als zodanig ervoer. En dat besef is ook een opening naar het meest basale en tegelijk het meest radicale: huizen voor mensen.
Al één reactie — discussieer mee!
Wat goed dat je op dit platform nog even helder uitlegt wat is mis is met het optreden van de politie en de argumenten van de politici! Dank!