Met ruim vierduizend deelnemers was Zomercampus010 in 2020 de grootste zomerschool van Nederland. Maar gemeente, schoolbesturen en gemeenteraad hadden verschillende ideeën over de aanpak van de door corona toegenomen kansenongelijkheid op scholen. Hierdoor verdween het oorspronkelijke doel – werken aan leerachterstanden bij de zwakste leerlingen – steeds verder naar de achtergrond
Dit artikel in het kort:
- Uit zorg voor de gevolgen van de lockdown op onderwijsprestaties ontstaat bij gemeente en politiek in mei 2020 het plan voor een zomerschool.
- De gemeente gunt de opdracht voor 2,4 miljoen aan de nieuwe Stichting Zomercampus Rotterdam; uitgangspunt is dat het ministerie van Onderwijs de helft bijdraagt.
- Schoolbesturen zien geen heil in extra onderwijs in de zomer en stellen geen docenten en gebouwen beschikbaar.
- Door tijdsdruk en het ontbreken van heldere doelstellingen raken de leerachterstanden steeds verder uit zicht.
- Een tweede zomerschool kan de hoge verwachtingen van wethouder en gemeenteraad slechts gedeeltelijk waarmaken.
Een duidelijke probleemanalyse ontbreekt eind april 2020, toch is de oplossing al snel in zicht. Het is het begin van de pandemie, de scholen in Rotterdam zijn dicht en de zorgen over de leerachterstanden nemen toe. Het thuisonderwijs maakt de kansenongelijkheid groter, waarschuwen deskundigen. Op de Coolsingel denkt de afdeling Onderwijs na over de tijd na de lockdown. Er zijn plannen voor een zomerschool om de leerkloof te dichten, een wens die ook blijkt te leven bij de gemeenteraad.
Die zomerschool komt er in 2020, de grootste zomercampus van Nederland zelfs. Zo’n 4500 kinderen, voornamelijk basisscholieren, doen mee aan een programma met sport, cultuur en taal. Maar ondanks de grote ambities haalt Rotterdam er met name wat betreft de leerachterstanden niet alles uit wat erin zit, blijkt uit een evaluatie aan het einde van 2020. Lof is er in het evaluatierapport voor de korte tijd waarin het programma in elkaar is gezet en het grote bereik. De onderzoekers constateren dat veel kinderen in de basisschoolleeftijd “een inspirerende en uitdagende” invulling van een deel van de zomervakantie hadden. Een bijdrage van de zomerscholen aan het wegwerken van onderwijsachterstanden vond Sardes echter niet.
Wat ontbrak was een duidelijke doelstelling, volgens de evaluatie cruciaal voor het slagen van een zomerschool. “De kwaliteit van het programma en de uitvoering hadden hoger kunnen zijn”, luidt de conclusie van de onderzoekers.
Het programma bestond uit tien dagdelen, waarbij in de ene helft werd gewerkt aan een schoolkrant en de andere helft bestond uit lessen sport en cultuur. Voor dat programma werden onderwijssubsidies gebruikt van gemeente én het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW).
De steun van OCW was nadrukkelijk bedoeld voor het inhalen van verloren leertijd. Aan deze vereiste kwam het programma niet tegemoet. Waarom verdwenen de leerachterstanden, ondanks de forse geldinjectie, uit zicht?
Nog geen reactie — begin de discussie!