Onze columnist Meryem Slimani heeft in haar leven tientallen kersttradities meegemaakt. Maar aan eentje daarvan heeft ze altijd vastgehouden.
Vroeger vierden wij geen kerst thuis. Er was geen kerstboom. Geen kerstdiner. Geen kerstcadeau’s. Behalve voor mijn nichtje, want zij was op tweede kerstdag jarig waardoor we toch als familie noodgedwongen bij elkaar kwamen, inclusief alle stress en onderlinge spanningen die kerstvierende mensen ook hadden. Ik zat op een Rooms-Katholieke school dus als kleine Meryem zong ik luidkeels alle kerstliedjes mee en luisterde ik braaf in de kerkbanken naar alle kerstverhalen tijdens de kerstmis. Ik vond kerst fascinerend maar voelde me ook altijd lichtelijk schuldig, want ‘Moslims vieren geen kerst’ galmde tegelijkertijd luidkeels door mijn hoofd.
Tijdens mijn tienerjaren ontstond er een nieuwe kersttraditie waarbij we als gezin naar het enige Chinese restaurant in Schoonhoven, Ocean Palace, gingen op eerste kerstdag of kerstavond. Op latere leeftijd kwam ik erachter dat we deze traditie deelden met vele Joodse mensen in Amerika. Ergens kwam dit door dezelfde omstandigheden: omdat Chinese restaurants vaak als enige geopend waren op deze feestdag en het voor ons en veel anderen toch een manier was om gezellig samen te zijn.
Ik kan me helaas niet meer herinneren of in Ocean Palace ook Joodse gezinnen zaten. Voor zover ik me kan heugen was het restaurant vrij leeg. Maar elk jaar waren wij er met grote borden vol fu yong hai, loempiaatjes en saté met geurige witte rijst. Mijn moeder vond het altijd fijn dat we na het eten bakjes kregen om alle leftovers in mee te nemen waar we de dagen erop nog van konden smullen. Nu ik zelf een Marokkaanse moeder ben begrijp ik hoe zonde het is dat al dat eten anders werd weggegooid.
Nog geen reactie — begin de discussie!