Hoofdredacteur Eeva Liukku schrijft in haar column over de komst van 39 wijkraden in Rotterdam na de gemeenteraadsverkiezingen van 16 maart. “De vraag die boven ons hoofd hangt is of een hele serieuze verkiezing optuigen voor wijkraadsleden die geen formele rol krijgen, niet een recept is voor teleurstelling?”
Woensdag 16 maart mogen we onze volksvertegenwoordigers kiezen die plaats zullen nemen in de Rotterdamse gemeenteraad. We stemmen tegelijk met de meeste andere Nederlandse gemeenten op deze reguliere, landelijke verkiezingsdag. Omdat Rotterdam vaak wordt gezien als de ‘politieke barometer’ van het land, kunnen we ook altijd landelijke media-aandacht voor onze stad verwachten die Rotterdammers warm zullen maken voor de stembus.
Als Rotterdammers vervolgens de gymlokalen, die die dag dienst doen als feestzalen van de democratie betreden, krijgen ze echter niet één maar twee stemformulieren in de handen gedrukt. We zetten niet alleen een kruisje voor de gemeenteraad, maar ook voor de wijkraad.
Op het einde van de looproute in het gymlokaal werpen we tenslotte de stemformulieren in twee aparte stembussen. Dat voelt allemaal best officieel, nietwaar? Toch zijn die twee kruisjes die we neerzetten die dag niet gelijk aan elkaar.
De wijkraadsleden die we verkiezen mogen meedenken, adviezen geven, goede ideeën van buurtgenoten naar voren brengen. En ja, ook is beloofd dat ambtenaren straks veel meer ‘wijkgericht’ gaan werken. Zolang de wijkraad ideeën heeft over de spreekwoordelijke wipkippen en vuilnisbakken zal dat allemaal niet zo’n probleem zijn.
Maar zodra er grotere kwesties spelen waar de gemeenteraad vóór en de wijk tégen is, zoals, ik noem maar wat, de sloop van een straat of de verkoop van een geliefd wijkgebouw, dan tekent zich een duidelijke hiërarchie af tussen deze twee kruisjes.
De wijkvertegenwoordigers in de wijkraad hebben namelijk geen formele doorzettingsmacht. Als er grote weerstand is in de wijk, dan hebben ze als puntje bij paaltje komt – of zoals in Rotterdam vaak het geval is, als het sloopkogeltje bij het muurtje komt – geen poot om op te staan. De besluiten van de gemeenteraad gaan altijd vóór.
Al 4 reacties — discussieer mee!
Het kan nog erger. Dat je als Wijkraad voorstellen doet die geheel en al passen in het gemeentelijk beleid, en dat ze nog niet worden gehonoreerd. Omdat -als puntje bij paaltje komt- het beleidsapparaat het niet los wil laten, in de volstrekt misplaatste veronderstelling dat die het zelf beter weet en kan.
“Er werd besloten dat we geen mini-gemeenteraden meer wilden met mini-burgemeesters die hun eigen mini-koninkrijkjes bouwden in de stad. Dus het moest anders. Na de oude deelgemeenten, kwamen de gebiedscommissies en nu krijgen we dus 39 wijkraden.”
De praktijk blijkt nu al anders: politieke partijen werven kandidaten die namens hen in de wijkraden zitting willen nemen. Ook ik probeer/wil niet cynisch zijn…
Ik heb me gemeld als kandidaat voor de wijkraad Dijkzigt-Oude Westen. Ik zie ook wel dat er spek & bonen in de lucht hangen. Maar de kans dat het een kraamkamer voor de democratie is, kan ik niet laten lopen!
Wat mij zorgen baart is dat de oude deelgebieden behoorlijk grote gebieden vertegenwoordigen met soms evenveel inwoners als een stad als Gouda. Het kan niet zo zijn dat de centrale gemeenteraad goed zicht kan houden op alles wat er in de stad gebeurd. Maar in plaats van zorgen voor goed bestuur krijgen de wijkraden geen formele rol. En zijn we sinds het afschaffen van de deelgemeenten feitelijk al jaren aan het rommelen. Met grote ruimtelijke opgaven voor de deur lijkt dit me nogal schadelijk. Juist goede kennis van de plek en het zorgen voor draagvlak is enorm belangrijk de komende jaren.