Rotterdam kan de stad voor de LHBTI+ gemeenschap veiliger maken en geweld tegengaan door een inclusievere blik op stedenbouw te hanteren, zegt de Britse hoogleraar Pippa Catterall in gesprek met Nigel van Schaik. Ze wil de openbare ruimte meer queer maken. “Architectuur moet af van het idee dat er een normatieve mens bestaat om voor te ontwerpen.”

Een stad waar iedereen zich veilig voelt. Dat is geen overbodige luxe, nu de meldingen van discriminatie en intimidatie in Rotterdam stijgen volgens de monitor van RADAR en politie geweldsincidenten heftiger ziet worden. Een inclusieve stedenbouw kan helpen om elke Rotterdammer een veiliger gevoel te geven op straat, stelt Pippa Catterall, hoogleraar aan de University of Westminster. Want de inrichting van steden, straten en wijken zegt iets over wie er welkom is.
Samen met internationaal ingenieursbureau ARUP, bekend van projecten als het Sydney Opera House en minder bekend van bijvoorbeeld het lichtplan van de Grote Zaal van De Doelen, denkt Catterall na over queer stedenbouw. Op basis van bestaande inzichten, interviews met gespecialiseerde architecten, data over discriminatoir geweld en ervaringen van de Londense LHBTI+-gemeenschap schreven ze een rapport over de relatie tussen queer-gemeenschappen en de openbare ruimte. Het doel is om ontwerpers handvatten te geven voor een inclusiever straatbeeld: dat daders belemmert en het leven van minderheidsgroepen veiliger maakt.
Nog geen reactie — begin de discussie!