In dit tweede deel van de serie Volg de belofte bespreekt Jiska Engelbert de aanmeldingsprocedure van de Rotterdamse wijkraad-kandidaten. Juist voor sommige Rotterdammers die de lokale wijkdemocratie zo’n belangrijke impuls hadden kunnen geven, vormde de procedure een te grote horde.

Het doel was om voor de wijkraad niet alleen de usual suspects mobiliseren. Niemand zou beter weten wat goed is voor de wijk dan wijkbewoners zelf. Een politieke achtergrond heb je daar niet voor nodig. Het lijkt te hebben gewerkt: 620 kandidaten hebben zich aangemeld en ongeveer de helft daarvan doet het zonder de steun van een politieke partij. Voor wethouder Roos Vermeij is dat aantal aanleiding om te spreken van “weer een mooie mijlpaal in onze nieuwe lokale democratie” die gevierd moet worden.
Er lijkt inderdaad reden om optimistisch te zijn: blijkbaar spreekt het schaalniveau van de wijk tot de Rotterdamse verbeelding. En leidt dat ertoe dat bewoners van straten en wijken, die nog niet eerder politiek actief waren, zich herkennen als diegenen die zich “inzetten voor de stad” en “verbinden”, maar net zo goed kunnen “maken” en “monitoren”.
Dat geldt zeker voor Michael Siem, die ik spreek in een garageblok achter de Schiedamseweg in Delfshaven. Hij heeft er zijn kleine werkplaats, van waaruit hij klust en repareert voor buurtbewoners. Maar vooral: de ogen en oren van die buurt is. Hij ziet, zoals hij het zegt, letterlijk en figuurlijk “welke kant mensen opgaan”. Hij kent iedereen en weet iedereen te vinden. Voor het repareren van een fiets of een auto. Voor het verven en opknappen van flats met door klussers achtergelaten materialen. Voor hulp bij een uithuisplaatsing. Voor het oplossen van een ruzie. Siem, die nu 62 is, doet dat al zolang hij zich kan herinneren. Zonder enige opleiding, maar, naar eigen zeggen, door het doorlopen van de “streetlife university”. Zelfs de burgemeester kent hem en zou binnenkort bij hem langskomen. Maar vanwege Corona moet Siem het nu met de Stadsmarinier doen.
Al één reactie — discussieer mee!
Ze gaan nog een zware pijp roken, die wijkraden. Maar ik ga ze steunen waar ik kan. In de strijd tegen een doofblind beleidsapparaat.