De opkomstcijfers van de gemeenteraadsverkiezingen hebben een dieptepunt bereikt. Waar ligt de lage opkomst aan? Een analyse van hoofdredacteur Eeva Liukku: “Gebrek aan representatie op het stembiljet is dit keer moeilijk vol te houden als argument.”

beeld: Jowan de Haan
Het schokkende aan de uitslag van deze verkiezingen was niet de uitslag maar de opkomst. Dat de opkomst bij verkiezingen in Rotterdam standaard tot de laagste van Nederland behoort, dat wisten we al. Dit keer is er echter een historisch dieptepunt bereikt: slechts 38,9% van de stemgerechtigden kwam opdagen. Dat is bijna 8% lager dan in 2018. De stembussen waren drie dagen lang open en we hadden stralend mooi weer – het mocht niet baten. Het feest van de democratie is met een flinke kater geëindigd.
Aboutaleb verzuchtte: “Je kunt niet zeggen dat de politieke partijen onzichtbaar zijn geweest. De hele stad hangt vol met posters.” Het lijkt mij inderdaad een naïeve gedachte dat je dit probleem kunt oplossen met wat meer posters ophangen. De oorzaak zit veel dieper. En het gaat uiteraard nooit over één ding. Verschillende experts wijzen erop dat de niet-stemmer in verschillende soorten en maten komt, en er tal van redenen zijn om niet te stemmen. Wat tot deze lage opkomst in Rotterdam heeft geleid is waarschijnlijk een complex systeem van factoren.
In dit artikel bespreek ik een aantal verklaringen, en geef ik er ook één van mijzelf. Ik concentreer mij vooral op mogelijke oorzaken die specifiek in Rotterdam spelen en die het verschil met vier jaar geleden verklaren.
Aan de representatie lag het niet.. of wel?
Gebrek aan representatie op het stembiljet is dit keer moeilijk vol te houden als argument. Er viel namelijk heel wat te kiezen dit jaar. Er deden nooit zoveel partijen mee. Elke ideologische nuance had zijn eigen lokale politieke partij. Er was waarschijnlijk nooit zoveel diversiteit te vinden op de kandidatenlijsten. Alhoewel… waarom zijn er op Rotterdam Zuid overal Poolse supermarkten te vinden maar stonden er geen Poolse achternamen op de kandidatenlijst?
Vlottende bevolking
EU-burgers die zich hier hebben ingeschreven mogen ook voor de gemeenteraad stemmen. Ben je een niet-Nederlandse burger van buiten de EU, dan moet je tenminste 5 jaar legaal in Nederland wonen voordat je mag stemmen. Dat zijn groepen waar Rotterdam er veel van heeft, en dat zijn ook groepen die moeilijker de weg naar de stembus weten te vinden. Daarom is de opkomst voor de gemeenteraad sowieso wat lager dan voor de Tweede Kamer, en wat lager dan in de rest van Nederland.
Vers Beton sprak eerder met migratie-onderzoeker Peter Scholten voor dit artikel over 10 jaar migratie in de stad. Hij vertelde dat de laatste tien jaar migratie in Rotterdam worden gekenmerkt door een groot verloop: mensen die zich hier tijdelijk vestigen en weer doorverhuizen. Dat gebeurt nu vooral in wijken als centrum, Delfshaven, Charlois, IJsselmonde en Kralingen. Dat heet een ‘vlottende bevolking’ en dit vormt een steeds groter onderdeel van de inwoners van de stad. Als je niet van plan bent lang te blijven, is het moeilijk om je te interesseren voor lokale politiek. Je moet dan denken aan tijdelijke arbeidsmigranten, expats maar ook internationale studenten.
De laatste jaren is die laatste groep enorm gegroeid doordat het onderwijs zich op de internationale markt begeeft. Aan de EUR studenten nu iets meer dan 6000 internationale studenten, meldt EM Magazine. Gemiddeld komt driekwart daarvan uit een EU land, en door corona is het aandeel EU-studenten zelfs toegenomen, dus dan hebben we het over minstens 4,5 duizend EU-studenten in de stad.
Hebben Rotterdammers een felle strijd nodig?
In de verkiezingsspecial van de podcast Coolsingelpraat constateerden we al: het was een beetje een tamme campagne dit jaar.
Al één reactie — discussieer mee!
Ik ben al heel lang lid van een politieke partij en heb deze verkiezing ook gestemd, maar meer vanuit steun voor de raad als democratisch instituut dan vanuit enthousiasme. Ik ken in mijn buurt ook behoorlijk wat mensen die niet hebben gestemd en ik begrijp dat wel.
De woningnood is een groot probleem in Rotterdam en door in te stemmen met de sloop van de Tweebosbuurt – en alle terechte publiciteit daar omheen – hebben PvdA en GL veel vertrouwen bij hun achterban verspeeld. En van de VVD en Leefbaar – de bedenkers van de Woonvisie – hoef je ook geen sociaal woningbouwbeleid te verwachten. Tel daarbij op het enthousiasme van de gemeente voor hoge dure woontorens, onbetaalbaar voor de gemiddelde Rotterdammer, dan begrijp ik wel dat veel mensen denken dat “de Coolsingel” er niet voor hen is.
Armoede is ook zo’n groot probleem. Het is mooi dat we de afgelopen collegeperiode een wethouder hadden die zich daar speciaal om bekommerde. Echte veranderingen daar vereisen ander Rijksbeleid en zijn Amsterdamse collega zocht veel vaker de publiciteit om dat rijksbeleid aan de kaak te stellen. Hier leek armoedeaanpak een van de vele punten uit de waslijst aan College-“prioriteiten”.
Daarbij hielp het (te) brede College ook niet om in de raad (en de stad) een stevige discussie over de problemen en gewenste toekomst van Rotterdam te voeren. Als ook het komende College ook weer inzet op de uitvoering van bestaand beleid, zonder echte discussie met de stad over waarom, wat en hoe – ook vanuit de raad – dan verwacht ik niet dat de opkomst de volgende keer hoger is.