Nadat Meryem Slimani elf jaar in haar appartement woonde kreeg ze per brief de boodschap dat haar woning gesloopt werd. Met als gevolg een lange zoektocht naar een nieuwe woning op een losgeslagen woningmarkt en een emotionele reis van afscheid nemen.
Ongeveer een jaar of twee geleden begon het me op te vallen. Er zijn overal fietsen in Rotterdam West. De miezerige fietsenstallingen die voorheen leeg waren lijken nu verzwolgen te worden door een berg fietsen alsof het een rugbywedstrijd is. Toen viel ook direct het kwartje, dit is het (in)directe effect van gentrificatie. Al die witte mensen nemen natuurlijk ook hun fietsen mee. Duh. Ik hoor je al denken, oh god daar gaan we weer. Inderdaad, daar gaan we weer. Want mijn gezin was (in)direct ook het slachtoffer van dit fenomeen en de bijbehorende wooncrisis.
Rond dezelfde tijd dat ik bewust werd van de fietsenplaag kregen wij een brief in de bus van Woonstad. Ons gehele blok zou gesloopt worden. We kregen 18 maanden de tijd om elders onderdak te vinden. Wij hadden na 11 jaar inmiddels een kind erbij en een heleboel sneakers verzameld dus we begonnen op zijn zachtst gezegd nogal uit ons huis te groeien. Ook hadden mijn man en ik altijd al gezegd dat we na wonen in deze sociale huurwoning een woning willen kopen.
Alleen was het niet de bedoeling dat het onder dwang zou moeten, want als het aan ons had gelegen zouden we nog zeker vijf jaar met veel plezier in ons appartement kunnen wonen. Op vijf minuutjes van centraal, precies tussen de Nieuwe Binnenweg en West-Kruiskade in, een wijkpark als achtertuin inclusief een mini-kinderboerderij, al onze vrienden in de buurt en genoeg OV binnen handbereik. Een toplocatie voor een bodemprijs. Dat dachten de gemeente en woningcorporatie waarschijnlijk ook. Waarom laten we al die buitenlanders en lage inkomens daar wonen voor het minimum als we ook expats en rijke mensen binnen kunnen halen.
Nog geen reactie — begin de discussie!