Op 20 april werden gekozen leden van de 39 Rotterdamse wijkraden formeel beëdigd op het stadhuis. Het leek, in eerste instantie, een feestelijke bedoening, om wijkraadsleden te (h)erkennen voor hun pioniersrol in de Rotterdamse lokale democratie. Maar juist de pracht en praal van het Stadhuis doen vrezen dat ‘de Coolsingel’ niet zal bewegen of veranderen, stelt Jiska Engelbert.
Tijdens haar speech, op 20 april, voor de nieuwe wijkraadsleden in de Burgerzaal stapte Wethouder Vermeij even van het podium af. Om vervolgens een diepe buiging te maken. Die buiging, zo zei ze toen ze weer op het podium stond, was haar “dank voor de kandidatuur” en bereidheid van wijkraadsleden om “op te komen voor de wijk”. Ze noemde deze dag van de installatie dan ook “een feest voor de Rotterdamse democratie”.
Het is een insteek, van dankbaarheid en jubelsfeer, die we ondertussen van Vermeij gewend zijn. Eerder in het jaar noemde ze de ruim 600 aanmeldingen voor de wijkraden “een mooie mijlpaal in onze nieuwe lokale democratie”. Eén die moest worden gevierd.
Al 2 reacties — discussieer mee!
Het is inderdaad schokkend. De wijkraden kunnen alleen de democratie vooruit helpen als ze juist gerespecteerd en gefaciliteerd worden voor hun werk als spiegel voor het gemeentebestuur. Met volop mogelijkheid voor uitproberen van andere werkwijzes om burgers en bedrijven te laten samenwerken aan een betere stad.
Het exhibitionisme van Aboutaleb is een ondermijning van de democratie.
Ben geen groot voorstander van zoveel wijkraden en hun beperkte bevoegdheden en honorering, maar deze bijdrage valt wat mij betreft onder het hoofdstuk ‘Spijkers Op Laag Water Zoeken’